Eva Andries is leraar Frans, Engels en geschiedenis in de 1e en 2e graad ASO in Sint-Paulus, Gent. Voor het 5e jaar begeleidt zij het seminarie ‘Relationele en seksuele vorming - seksuologie’, een keuzevak van 2 uur.
Alles begint met informatie
Ik pak relationele en seksuele vorming aan door mij in de eerste plaats heel goed te informeren. Ik heb naast mijn lerarenopleiding ook seksuologie gestudeerd. Ik hoor en zie nog vaak seksuologen met wie ik samen studeerde. Zij geven mij interessante informatie door.
Ik volgde ook vorming bij Sensoa: de vorming over seksuele vorming in het secundair onderwijs is volgens mij een aanrader. Ik heb er veel opgestoken over materialen, werkvormen, do’s en don’ts.
Na de vorming heb ik mij ook grondig verdiept in het handboek ‘Relationele en seksuele vorming’, om zicht te krijgen op de thema’s, de aangeraden websites en de wetenschappelijke omkadering.
Seks en relaties: niet weg te branden uit de actualiteit
Ik hou mijn ogen en oren open, check Facebook-pagina’s, Youtube-filmpjes, podcasts zoals Vuilelakens.be, pluis kranten en (online) magazines door: 'Charlie', of het Nederlandse tijdschrift ‘Lover’. Ik volg ook wat er in de wetenschappelijke literatuur over seksualiteit verschijnt. Ik breid heel veel uit naar fragmenten uit documentaires, actualiteitsprogramma’s … zo veel mogelijk soorten bronnen dus.
Het aanbod is zo groot en sommige artikels gebruik ik ook maar één keer. Ik leg in feite een superdatabank aan. Alles wat interessant is, klasseer ik volgens de indeling van het handboek.
Seminarie 'RSV-seksuologie’: uniek in Vlaanderen?
In de derde graad kunnen leerlingen kiezen uit een aantal ‘seminaries’, een keuzevak van 2 lesuren per week over ‘kunst en creativiteit’, ‘sport en beweging’, ‘filosofie en antieke cultuur’ … en ik begeleid dus het seminarie ‘relationele en seksuele vorming-seksuologie’ in het vijfde jaar. Ik denk dat dat uniek is in Vlaanderen.
We organiseren het zo dat de leerlingen om de 2 weken 4 uur na elkaar krijgen, dat is voor deze lessen een absolute meerwaarde.
Leerlingen vinden bijna alle thema's interessant
Aan de hand van het handboek heb ik een lange lijst opgesteld met hoofd- en sub-thema’s, maar ik gaf er ook wel een eigen draai aan. Sommige thema’s lopen sowieso door elkaar.
De leerlingen mochten de thema’s bekijken en zelf een keuze maken, maar ze vinden bijna alles interessant. Ik zorg voor heel veel afwisseling in mijn aanpak: film, discussiemomenten, opdrachten uit materiaal uit de Leermiddelenbank, maar ik breid de stellingen altijd zelf uit. Ik nodig ook gastsprekers uit voor getuigenissen en organiseer uitstappen, naar het fertiliteitscentrum bijvoorbeeld.
Pluchebeertje
Om seksualiteit als gevoelig onderwerp met jongeren te bespreken heb ik veel gehad aan de vorming van Sensoa. Zo gebruik ik als ‘praatvoorwerp’ een pluchebeertje. Wie het vastheeft mag iets zeggen. De jongeren gooien het naar elkaar om iemand het woord te geven.
Als een hevige discussie echt uit de hand gaat lopen, grijp ik in. Daarvoor gebruik ik een belletje. Maar vaak had ik dat nog niet nodig, de pluchebeer doet prima zijn werk om iedereen rustig aan het woord te laten.
Verder gebruik ik PICKASOLL om veiligheid te creëren en zorg ik voor humor met ‘giechelmomentjes’. Of beter: er wordt echt geschaterlacht, vooral bij de filmpjes. Dat is een paar keer per seminarie ook echt nodig.
Geen wijsvingertje
Ik vind het belangrijk om zelf niet te normeren in mijn lessen. Ik belicht een onderwerp van alle kanten. Leerlingen moeten zelf leren uitzoeken hoe ze tegenover een kwestie staan en wat de maatschappelijk aanvaarde normen zijn. Of wat wetenschappelijk onderzoek daarover zegt.
Kritisch nadenken, zélf beslissen en verantwoordelijkheid dragen, dat is wat ik hen wil leren. Mijn eigen mening formuleer ik héél zelden en wat mij opvalt: leerlingen vragen daar bijna nooit naar. Ze willen vooral van elkaar weten hoe ze over een kwestie denken.
Soms gebruik ik ook zeer seksistische, eenzijdige of onbetrouwbare info, om te kijken in hoeverre ze zelf kritisch nadenken. Zo leer ik hen herkennen welke informatie betrouwbaar is en welke niet.
Aanvaardbaarheidsschaal
In het begin probeerde ik een gesprek los te krijgen door open vragen te stellen, maar daarop kreeg ik niet veel reactie. Stellingen werken in deze lessen veel beter. Ik gebruik de ‘aanvaardbaarheidsschaal’ (een methodiek uit de Werkmap Goede Minnaars) om leerlingen te helpen hun mening te formuleren.
Op het bord teken je een schaal met aan de ene kant ‘volledig aanvaardbaar’ en aan de andere kant ‘volledig onaanvaardbaar’. Elke stelling wordt met een magneet op de schaal geplaatst. Je kan zo bijvoorbeeld de verschillen tussen jongens en meisjes visualiseren. Of ik laat hen 2 groepen vormen die voor- en tegenargumenten maken.
Info op elektronische leeromgeving
Ik laat elke sessie anoniem evalueren. Daaruit leer ik dat stellingenspelen heel belangrijk zijn, en ook humor, foto’s en filmpjes. Zo hoorde ik dat ze achteraf nog dingen willen nalezen of opzoeken. Dat staat dan allemaal netjes op de elektronische leeromgeving en dat vinden ze heel handig.
Ik maak altijd een powerpoint. Daarin toon ik heel kort hoe de komende 4 uur verlopen, welke topics, werkvormen aan bod komen enz. Ook de links naar filmpjes en websites staan erin, net als onderzoeksresultaten.
Tegenstand vooral uit bezorgdheid
Er was tegenstand, maar vooral uit bezorgdheid. Andere leraars hebben soms te weinig zicht op wat er gebeurt in de les. Door over seksualiteit te praten moet je wel de fatsoensgrenzen overschrijden, denken sommigen. Maar dat is een misvatting, je kan ook op een respectvolle manier over seksualiteit praten, zelfs met expliciete beelden en dito taal.
Ik waak erover dat wat ik doe goed gekaderd is en baseer me op de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Men denkt soms ook dat zoiets niet thuishoort binnen het curriculum. Maar de ervaring leert dat jongeren hier absoluut nood aan hebben. Goede voorlichting draagt bij tot een gezonder relationeel en seksueel leven en zelfs tot meer verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden en andere culturen.
Een trekkersfunctie is wel nodig op school, om te zorgen dat dit thema een plaats krijgt. Een tip: check wat er al gebeurt in andere lessen en vermijd overlap, geef ervaringen door en volg vorming voor je eraan begint!
Andries’ Cave
Deze allusie op de ‘men’s cave’ is ondertussen een begrip bij de leerlingen. Ik maakte zelf een afbeelding die ik aan het begin van elk seminarie toon: ‘What happens in Andries’ cave, stays in Andries’ cave'. Dat vertegenwoordigt de P (voor privacy) van PICKASOLL
Doordat leerlingen elkaar zo vaak zien, hebben ze na een aantal sessies veel vertrouwen in elkaar. Ik maakte een mailadres waar leerlingen anoniem een berichtje kunnen achterlaten, maar dat is nog nooit gebruikt. Tot nu toe kwam alles in de groep.
Soms moet je jongeren wel tegen zichzelf beschermen. De ‘K’ van PICKASOLL (kies wat je wil vertellen) is dus zeer belangrijk. Ik zorg ervoor dat ze geen zaken vertellen waarvan ze achteraf spijt krijgen.
Het thema lichaamsbeeld is zeer interessant en echt wel nodig voor jongeren. Ze beseffen heel goed dat media en porno fake zijn, maar daarom weten ze nog niet hoe een echt lijf of een vrijpartij er dan wél uitziet.
Jongeren weten bijvoorbeeld niet dat vrouwen vaak asymmetrische borsten hebben, met striemen of adertjes. Ik laat hen via Allesoverseks.be opzoeken hoe een pornolichaam en een ‘normaal’ lichaam eruitzien.
Leerlingen bereiden nu zelf 'Lentekriebel-seminaries' voor
De meeste jongeren kunnen thuis wel over seksualiteit praten, dus bereik ik diegene die er al open over zijn. De leerlingen uit deze klas zullen nu ‘seminaries’ voorbereiden voor alle leerlingen van het 5e jaar. Zo kan ik ook de andere leerlingen bereiken. Ik stelde ook voor seminaries te geven voor de zesdes, maar dat zagen ze niet zitten: lesgeven aan oudere leerlingen is een te hoge drempel.
'Goed dat het thema eens aan bod komt op school'
Na de seminaries mochten alle vijfdes hun mening geven. De evaluaties waren over de hele lijn positief. De leerlingen vonden het leerrijk, interessant, leuk en vonden het 'goed dat het thema eens aan bod komt op school'.
Ze vonden het leuk dat er veel interactie was. Werken met stellingen apprecieerden ze heel erg, zoals ik verwacht had. En het mogen bewegen in de klas, door letterlijk 'positie' te moeten innemen bij de stellingen. Juist of fout: aan welke kant sta je?
De leerlingen die de seminaries gaven waren goed voorbereid, ze hebben zaken van mij overgenomen, maar ook aangevuld met eigen inbreng. Ik ben heel tevreden over het hele verloop.