Deze Feiten en cijfers (2023) gaat over ongeplande zwangerschappen en zwangerschapsafbrekingen bij jongeren en volwassenen in Vlaanderen en België.

Hoeveel ongeplande zwangerschappen in België en Vlaanderen? 

Er bestaan geen exacte gegevens over het aantal zwangerschappen in België en hoeveel er daarvan ongepland zijn. Gegevens over ongeplande zwangerschap kunnen we enkel afleiden uit wetenschappelijk onderzoek waaraan mannen en vrouwen vrijwillig meewerken. 

Ongeplande zwangerschappen in Vlaanderen in Sexpert-onderzoek 

Het Sexpert-onderzoek (2013) vroeg aan zowel mannen als vrouwen per zwangerschap die ze ooit hebben meegemaakt of die gepland en gewenst was en hoe die afgelopen is.1

Uit het onderzoek blijkt dat 1 op 4 zwangerschappen ongepland was.

Is elke ongeplande zwangerschap ook ongewenst?

Een ongeplande zwangerschap kan ongewenst zijn, maar niet noodzakelijk. Als een vrouw of koppel die zwangerschap als negatief ervaart, spreken we over een ongewenste zwangerschap.2

Eén op drie ongeplande zwangerschappen is meteen gewenst. Twee derde van de ongeplande zwangerschappen wordt dus aanvankelijk als ongewenst ervaren.

In de helft van de gevallen blijft de zwangerschap ongewenst terwijl de andere helft evolueert naar een gewenste zwangerschap.2

De meeste tienerzwangerschappen zijn ongepland. Maar ook tienerzwangerschappen zijn niet altijd ongewenst of kunnen evolueren naar een gewenste zwangerschap. 

Hoeveel abortussen gebeuren er in België?  

De laatste officiële cijfers gaan over de jaren 2020 en 2021.

In 2021 werden in België in totaal 16.701 zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd. In 2020 waren het er 16.585.

Hoe gebeurt de registratie van abortussen?

In België is de registratie van het aantal zwangerschapsafbrekingen verplicht bij de Wet betreffende de zwangerschapsafbreking

De verplichte registraties worden opgevolgd door de Nationale Evaluatiecommissie betreffende de zwangerschapsafbreking

Het rapport bevat gegevens over het aantal geregistreerde abortussen in België, de ingeroepen noodsituaties en de abortustechniek.

Het recentste rapport dateert van 2023 en gaat over 2020 en 2021.

Lees meer over de abortuswet en de opdracht van de Evaluatiecommissie

Stijgt of daalt het aantal abortussen in België?  

Het aantal abortussen blijft de laatste jaren relatief stabiel. Het ene jaar zien we een lichte stijging, het andere jaar een lichte daling. Maar het absolute aantal zwangerschapsafbrekingen vertelt ons weinig. Stijgen of dalen de cijfers omdat er werkelijk een trend is of zijn er gewoon meer of minder vruchtbare vrouwen in de bevolking?

Voor 2020 en 2021 moeten we ook rekening houden met mogelijke beïnvloeding door de corona-pandemie, maar dit is nog niet duidelijk

Als we het aantal abortussen afwegen tegenover het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd of het aantal zwangerschappen, krijgen we een duidelijker beeld. Daarvoor gebruiken we het abortuscijfer.

Wat is het abortuscijfer?

Het abortuscijfer is het aantal abortussen per 1.000 vruchtbare vrouwen in de Belgische bevolking.4

Door het abortuscijfer te berekenen weten we of er werkelijk een stijgende of dalende trend is wat betreft zwangerschapsafbrekingen. 

Daarom wordt het aantal abortussen afgewogen tegenover het aantal vrouwen in de reproductieve leeftijd in diezelfde periode. Dit cijfer wordt ook internationaal gebruikt om het aantal abortussen per 1.000 vruchtbare vrouwen (van 15 tot 44 jaar) aan te tonen. 

Zo is er een lichte stijging van het abortuscijfer van 7,37 in 2003 naar 8,99 in 2012, om terug te dalen naar 8,55 in 2019.

In 2020 was het abortuscijfer 7,77, in 2021 was het 7,97. Dat betekent dat er in 2021 circa 7,97 abortussen verricht werden op 1.000 vrouwen in de reproductieve leeftijd (15-44 jaar). België heeft nu een gelijkaardig abortuscijfer met dat van Nederland. 

Hoeveel ingrepen gebeuren in abortuscentra?

Het overgrote deel van de abortussen gebeurt in de abortuscentra (circa 82%). De overige gebeuren in ziekenhuizen.

Op welke leeftijd komt abortus het meest voor?  

Het blijft een hardnekkige mythe dat het vooral tienermeisjes zouden zijn die ongewild zwanger worden. De cijfers van de Evaluatiecommissie ontkrachten dit beeld. In 2021 was de gemiddelde leeftijd van alle abortuscliënten 29 jaar.  

  • 23% van alle abortussen in 2021 gebeurde bij de 25- tot 29-jarige vrouwen.
  • 23% bij 30- tot 34-jarige vrouwen.
  • 18%  gebeurde bij 20- tot 24-jarige vrouwen.
  • 16% bij 35- tot 39-jarige vrouwen.
  • 7% van de vrouwen was tussen 15 en 19 jaar.
  • 6% was tussen 40 en 44 jaar.
  • 0,23% was tussen 10 en 14 jaar.

Waarom vragen vrouwen een abortus?  

De meest aangehaalde redenen in 2021 waren:

  • Te jong
  • Geen kinderwens
  • Voltooid gezin

Tienerzwangerschappen: stijgt of daalt het aantal in België?

Daarover maakte Fara in samenwerking met Sensoa een analyse op basis van cijfers tot 2017. Om te kunnen vergelijken met de periode 2018-2021 is verdere analyse nodig. 

Aantal tienerzwangerschappen daalt bij alle leeftijden

In absolute aantallen daalde het aantal tienerzwangerschappen tussen 2010 en 2017 met 39%:

  • In 2017 werden 3.638 meisjes tussen 15 en 19 jaar zwanger. Dat zijn 12 meisjes per 1.000 tussen de 15 en 19 jaar. 
  • In 2010 werden nog 19 meisjes op 1.000 meisjes tussen 15 en 19 zwanger.

Het aantal tienerzwangerschappen daalde zowel bij de 18-19 jarigen als bij de 15-17 jarigen.

Aantal tienerzwangerschappen per leeftijdscategorie

  • In 2010 werden er 31 op 1.000 meisjes tussen 18-19 jaar zwanger, in 2017 waren dat er 20 op 1.000.
  • Binnen de groep 15-17 jarigen treedt er een daling op van 10 op 1.000 meisjes naar 6 op 1.000 in 2017.

Meeste tienerzwangerschappen bij 18-19 jarigen

Het merendeel van de tienerzwangerschappen situeert zich in de groep 18-19 jarigen, zij vertegenwoordigen 68% van de zwangerschappen bij 15-19 jarigen.

Uitkomst van de tienerzwangerschap  

Het merendeel van de zwangere meisjes kiest voor behoud van de zwangerschap. 

Tienerzwangerschappen in Vlaanderen, Brussel, Wallonië: regionale verschillen

Doorheen de jaren zijn er in België altijd regionale verschillen geweest wat betreft tienerzwangerschappen. Zo zien we in Wallonië en Brussel hogere zwangerschapscijfers dan in Vlaanderen (2017).

Lees meer over de regionale verschillen

Tiener-abortussen: stijgt of daalt het aantal?  

In 2021 werden in België 1.284 zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd bij 10- tot 19-jarigen. In 2020 was dat 1.322. Bij ongeveer 7 op 1.000 meisjes tussen 10 en 19 jaar werd dus de zwangerschap afgebroken.  

  • Het overgrote deel van de tiener-abortussen gebeurde bij 15-19 jarigen.
  • Minder dan 1% (0,23%) van de zwangerschapsafbrekingen gebeurde bij 10-14 jarigen.

Verschillen in leeftijd: hoe jonger, hoe vaker abortus

Er is wel een verschil naargelang leeftijd. Hoe jonger tieners zijn, hoe meer ze voor abortus kiezen. Oudere tieners kiezen vaker voor een geboorte.

Het abortuspercentage volgens leeftijd in 2017:

  • bij 10-14 jarigen 71%
  • bij 15-17 jarigen 53%
  • bij 18-19 jarigen 37%

Lees het volledige rapport over tienerzwangerschap (Fara en Sensoa)

Hoe scoort België tegenover Europa?  

Hoe verhoudt België zich tot andere landen op gebied van tienerzwangerschappen? Door gebrek aan databanken met een overzicht op mondiaal of Europees niveau, kunnen we daar helaas geen uitspraken over doen.

Een vergelijking is wel mogelijk als het gaat om het aantal tienermoeders. België behoort bij de top 10 van Europese landen met het laagste aantal tienermoeders (Eurostat, 2017). In 2% van alle geboorten is de ouder een tienermoeder. Vooral in Oost-Europa zijn de aantallen hoog: bij meer dan 10% van alle geboorten is de ouder een tienermoeder.

België behoort bij de groep Europese landen met de laagste abortuscijfers bij tieners.

Wat maakt de preventie van ongewenste zwangerschap succesvol?  

De openheid over seksualiteit, het wegwerken van financiële drempels voor anticonceptie en de vlotte toegang tot hulpverlening. Deze maatregelen blijven daarom belangrijk:

1. Preventie van ongewenste zwangerschap in seksuele opvoeding 

Preventie van ongewenste zwangerschap moet als thema gewaarborgd zijn in de relationele en seksuele vorming van jongeren. Zo ontwikkelen jongeren kennis, attitudes en vaardigheden om geïnformeerde keuzes te maken:

  • kennis over de voortplanting
  • kennis van de anticonceptiemogelijkheden en noodanticonceptie
  • positieve attitudes tegenover hun eigen seksualiteit 
  • vaardigheden om de anticonceptie te kiezen die bij hen past en om hierover in gesprek te gaan met een partner
  • praten over kinderwens
  • jonge ouders niet marginaliseren, maar ondersteunen

2. Vlotte toegang tot anticonceptie en abortushulpverlening

Een anticonceptieconsult helpt een persoon of een koppel om een passend middel te vinden. Het consult moet laagdrempelig zijn:

  • een automatische derdebetalersregeling voor jongeren en kwetsbare personen houdt de financiële drempel laag
  • makkelijk te bereiken artsen en psychosociale begeleiders
  • diensten gratis of goedkoop
  • hulpverleners die onbevooroordeeld over zwangerschap en gezinsplanning spreken en de privacy garanderen
  • de 'double dutch-methode' (dubbel gebruik van anticonceptie en condoom) wordt besproken binnen de anticonceptie-counseling
  • de keuze voor een anticonceptiemiddel wordt getoetst aan de levensstijl, de financiële situatie en andere kenmerken van de gebruikster én haar partner
  • voor jongeren: zijn pil en condoom de meest geschikte middelen? Uit bevraging van anticonceptiegebruik bij abortusclienten blijkt dat er vaak iets misloopt bij deze middelen. Raad daarom zeker ook implantaat en spiraaltje aan.

3. Dringende medische hulp

Sensoa pleit ten slotte voor betere toepassing van het systeem van dringende medische hulp voor mensen zonder wettig verblijf, zodat zij tijdig geholpen worden. Zij hebben zeer moeizame toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten, zoals anticonceptie, abortuszorg, soa-tests en zorg na seksueel geweld.

4. Sensoa pleit voor overleg met de betrokken cliënten

Vanuit Sensoa pleiten wij in de eerste plaats om samen met de betrokkenen tot een beslissing rond gezinsplanning en anticonceptie te komen.

Daarvoor ontwikkelden we de ‘Onder 4 Ogen’ methode. Die biedt ondersteuning aan (huis)artsen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en andere hulpverleners om anticonceptie en gezinsplanning proactief bespreekbaar te maken met cliënten.  

Daarnaast is er Zanzu.be, een meertalige en laagdrempelige website die hulpverleners kan helpen om het over anticonceptie te hebben met hun anderstalige of laaggeletterde cliënten.