Werk je voor een lokale overheid en wil je seksueel grensoverschrijdend gedrag in de publieke ruimte en seksuele intimidatie aanpakken?

  • Leg duidelijke mandaten en afspraken vast binnen het lokaal bestuur.
  • Werk samen met verschillende diensten en beleidsdomeinen. Zo krijg je een integrale en overkoepelende aanpak.

Met wie werk je samen?

Werk samen met verschillende diensten en beleidsdomeinen. Betrek dus tijdig het college van burgemeester en schepenen bij de plannen.

  • Werk samen met omgevingsambtenaren, de lokale politiezone, communicatieambtenaren, de jeugddienst, middenveldorganisaties, preventie & veiligheid en gelijke kansenambtenaren.
  • Je kan ook burgers betrekken via een bevraging of klankbordgroep. Doe iets met hun input en hou hen op de hoogte van verdere plannen.

Je kan er ook voor kiezen om intergemeentelijk samen te werken. Hoor eens bij je buurgemeenten of zij hier al mee bezig zijn en of je bepaalde zaken eventueel samen kan doen.

Via het lerend netwerk straatintimidatie leer je de aanpak van andere lokale besturen kennen. Ook als je niet hebt ingetekend op deze actie van Plan Samenleven.

Welke afspraken moet je maken?

Bepaal hoe je beslissingen maakt

Spreek af bij wie de bevoegdheid ligt om belangrijke knopen door te hakken. Wat moet je voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen en wanneer? 

Een beleid rond seksueel grensoverschrijdend gedrag raakt aan verschillende bevoegdheden. Betrek dus deze verschillende beleidsdomeinen en hou ze op de hoogte.  

Bekijk wie je wil betrekken bij de uitvoering van je acties 

Maak dit concreet. Bepaal de opdracht van alle betrokkenen en tegen wanneer ze dit moeten uitvoeren. Bekijk samen hoe je alle betrokkenen op de hoogte kan houden. 

Communiceer open 

Beslis op welke manier je alle betrokkenen op de hoogte houdt van de stand van zaken, bijvoorbeeld via verslagen.

Denk ook na over hoe je de politiek op de hoogte houdt, bijvoorbeeld via ontwerpbesluiten aan het college van burgemeester en schepenen. Wees transparant, continu en eerlijk in je communicatie. 

Stel een trekker of coördinator aan met een duidelijk mandaat 

Dit kan dezelfde persoon zijn als diegene die het plan van aanpak uitwerkt, maar je kan ook kiezen voor een andere. Een overkoepelende aanpak vraagt dat er iemand is die het overzicht behoudt. 

Deze persoon

  • Beschikt liefst over veel bestaande contacten over de verschillende departementen heen en heeft een goed zicht op hoe je zo’n proces aanpakt.
  • Is het aanspreekpunt voor iedereen die mee nadenkt.
  • Brengt alle betrokkenen op regelmatige basis samen.
  • Zorgt voor de coördinatie van de verschillende acties. 
  • Krijgt het mandaat om deze rol op zich te nemen.  

Samenwerken met andere partners

Hoe krijg je anderen mee in de plannen? Enkele tips:

Start met bewustmaking en creëer een draagvlak

Zorg dat iedereen zich voldoende bewust is van het probleem, en dat er binnen je lokaal bestuur voldoende draagvlak is voor je plan van aanpak.  

  • Onderstreep de noodzaak met cijfergegevens over seksueel grensoverschrijdend gedrag uit je eigen gemeente of lokale getuigenissen.  
  • Communiceer de signalen van burgers en middenveldorganisaties. Je kan hen daar ook over bevragen. 
  • Als je merkt dat dit moeilijk loopt, onderzoek dan of er in het verleden al pogingen waren, en wat er toen misliep. 

Pas je boodschap aan ten opzichte van de betrokken partij

Koppel je acties aan verschillende doelstellingen en formuleer je vraag zo duidelijk mogelijk. Je kan ook de praktische voordelen benadrukken: een collectieve aanpak zorgt voor meer financiële middelen en personeel.

Zorg voor een goede briefing

Leg je je acties voor aan het college van burgemeester en schepenen? Zorg dan voor een goede briefing van je bevoegde schepen of burgemeester.

Plan tijd in om je plan van aanpak te overlopen en bedenk op voorhand welke vragen of drempels er zouden kunnen opkomen. Op deze manier stel je je proactief op en maakt je plan meer kans van slagen. 

Werk vanuit bestaande overlegorganen

Het oprichten en actief maken van een nieuwe werkgroep kan moeizaam verlopen. Vaak hebben mensen ook geen zin in een nieuw forum. 

Werk daarom zoveel mogelijk vanuit bestaande overlegorganen, bijvoorbeeld rond veiligheid en preventie of welzijn en gezondheid. 

Geef de nodige ruimte en autonomie

Geef de nodige ruimte en autonomie aan mensen om vanuit hun eigen invalshoek en expertise bij te dragen.

Geef duidelijk aan waarom je hun specifieke expertise wil benutten. Iedereen heeft zijn eigen vakjargon en achtergrond. Neem de tijd om dit beter te leren kennen en stel vragen. 

Ga om met weerstand en negativiteit

Bevraag of de ander bepaalde voorwaarden stelt om toch een engagement mee op te nemen. Of is er te weinig tijd of lijkt de opdracht te groot? Bespreek dit samen, toon begrip en denk na over eventuele oplossingen. 

Ga bij negatieve emoties op zoek naar de oorzaak ervan. Enkele richtvragen: 

  • Kan je uitleggen waarom je het moeilijk hebt hiermee? 
  • Wat kunnen we doen om toch een eerste stap te zetten?
  • Wat heb jij nodig om hierin mee te gaan?

Probeer telkens te duiden waarom het belangrijk is om het probleem van seksuele straatintimidatie aan te pakken.