Sciensano verzamelt en publiceert jaarlijks informatie over het aantal hiv- en aidsdiagnoses in België. Deze Feiten en cijfers (2023) bevat gegevens over 2022 en voorgaande jaren.

In 2022 waren er 597 nieuwe hiv-diagnoses. Dat is gemiddeld 1,63 diagnoses per dag.1

  • Als we de evolutie over meerdere jaren bekijken, zien we een aanhoudende neerwaartse trend
  • In het vorig rapport maakte Sciensano geen opsplitsing tussen nieuwe diagnoses en een bevestiging van een reeds gekende diagnose. Daarom is het cijfer voor 2022 lager dan voor 2021 (N=781).
  • Over de voorbije 10 jaar in Vlaanderen zien we een daling van het aantal nieuwe diagnoses bij MSM van 60%.
  • In 2022 gebruikten 6.934 personen PrEP. Dit is een derde meer dan het jaar ervoor.
  • De kwaliteit van leven van mensen met hiv kan beter, ondanks de grote medische vooruitgang. Stigma blijft het belangrijkste probleem.

Hoeveel mensen hebben hiv in België? 

Nieuwe hiv-diagnoses in 2022

In 2022 werden in België 597 nieuwe hiv-diagnoses vastgesteld. Dat komt overeen met 1,63 nieuwe diagnoses per dag.1

Tussen 2021 en 2022 steeg het aantal nieuwe diagnoses met 14,1%. Het aantal diagnoses is echter aanzienlijk lager dan in de jaren vóór 2020: 12% minder in vergelijking met 2019. 

Bij mannen die seks hebben met mannen, daalde het aantal nieuwe diagnoses tegenover 2021. Behalve bij de 20-29-jarigen: bij hen werd voor het tweede jaar op rij een stijging waargenomen. 

Bij heteroseksuelen was er een stijging van het aantal diagnoses tegenover vorig jaar (+26%).  

Voor het eerst maakte Sciensano een onderscheid tussen:

  • Personen met een nieuwe diagnose (N=597)
  • Personen die al een diagnose hadden voor de eerste bevestiging van hun diagnose in België (N=455). Vaak waren zij al opgenomen in de hiv-zorg in een ander land. Voor hen is een snelle toegang tot hiv-zorg in België een prioriteit.  

Aantal mensen met hiv in België

In 2022 werden in België 18.083 hiv-patiënten medisch opgevolgd. Dat is een lichte stijging in vergelijking met 2021.

De populatie van hiv-patiënten in medische opvolging veroudert: 49% van de mensen met hiv in België is 50 jaar of ouder.

Daarnaast wisten in 2022 naar schatting 627 mensen in België nog niet dat ze hiv hebben. Deze schatting gebeurt op basis van een statistisch model. Het aantal mensen met een niet vastgestelde hiv-infectie lijkt wel af te nemen. 1

Wie krijgt het meest te maken met hiv?

     

    Mannen die seks hebben met mannen (MSM)

    In 2022 werden in België 248 hiv-diagnoses gesteld bij mannen die seks hebben met mannen (MSM). Dat is een daling met 5% ten opzichte van 2021. Hiermee werd de dalende trend van de afgelopen jaren hervat.

    Deze daling is vooral zichtbaar bij de Belgische MSM, die 49% van de in 2022 gediagnosticeerde SMS vertegenwoordigen. 

    Bij MSM tussen de 20 en 29 jaar is er een lichte stijging van het aantal nieuwe diagnoses. Deze stijging zien we vooral in Brussel en in mindere mate in Vlaanderen en Wallonië. 

    Als we de naar de voorbije 10 jaar kijken in Vlaanderen, zien we een daling van het aantal nieuwe diagnoses bij MSM van 60%.

      Heteroseksuele mannen en vrouwen

      Bij heteroseksuele personen werden 302 hiv-diagnoses gesteld in 2022. Dat is een stijging van 26% in vergelijking met 2021 (N=240).

      Er is een toename van het aantal diagnoses bij heteroseksuele vrouwen van Sub-Saharaans Afrika. Bij mannen bleef het aantal diagnoses in alle nationaliteitsgroepen stabiel.  

      Bij heteroseksuele vrouwen komen de nieuwe hiv-infecties voor bij personen afkomstig uit Sub-Saharaans Afrika (58%), Belgen (22%), een Europese nationaliteit (12%) en een andere nationaliteit. 

      Bij heteroseksuele mannen had 39% de Belgische nationaliteit, 27% een Sub-Saharaans Afrikaanse nationaliteit, 16% een Europese nationaliteit en 9% een andere nationaliteit.

      Nationaliteit: hiv-epidemie wordt diverser

      Sinds enkele jaren wordt de nationaliteit diverser bij mannen die seks hebben bij mannen en bij heteroseksuele personen.

      • In 2022 had 49% van de gediagnosticeerde mannen die seks hebben met mannen de Belgische nationaliteit. In 2013 was dat nog 67%. De volgende niet-Belgische nationaliteiten werden het meest gerapporteerd in 2022: Brazilië (8%), Colombia (4%), Frankrijk (3%).
      • Bij heteroseksuele personen heeft 44% een Sub-Saharaans Afrikaanse nationaliteit. In 2013 was dat nog 54%. De volgende niet-Belgische nationaliteiten werden het meest gerapporteerd in 2022: Kameroen (12%), Ghana (6%), Democratische Republiek Congo (6%) en Oekraïne (4%).

      Leeftijd: belangrijk aandeel 50-plussers

      Het grootste deel van de nieuwe diagnoses in België vond in 2022 plaats bij 25-plussers. 

      • 77% vond plaats bij mensen tussen 20 en 49 jaar.
      • 21% werd vastgesteld bij 50-plussers.
      • 2% werd vastgesteld bij jongeren (15-19 jaar).
      • Minder dan 1% was jonger dan 15 jaar.

      De hiv-populatie veroudert over het algemeen: 49% van de mensen in behandeling is 50 jaar of ouder. Dat komt vooral door de antiretrovirale behandelingen en dus de betere levensverwachting voor mensen met hiv. 

      Hoeveel hiv-patiënten zijn er in behandeling?

      In 2022 werden er in België 18.083 mensen met hiv medisch opgevolgd. 

      Van het totaal aantal geschatte personen met hiv (19.230) kreeg 97% de diagnose, kreeg 94% van deze mensen een hiv-behandeling en had 98% hiervan een niet-detecteerbare virale lading. Dit betekent dat 89% van al de personen die met hiv leven een ondetecteerbare virale lading hadden.

      Daarmee bereikt België de 95-95-95 doelstelling van Unaids:

      • 95% van de mensen die leven met hiv kent zijn hiv-status.
      • 95% van hen krijgt medische behandeling. 
      • 95% daarvan heeft een gecontroleerde (of lage) virale lading.

      Waarom snel testen en behandelen?  

      Omdat toegankelijk testen en snel behandelen een vorm van preventie is.

      98,4% van de mensen met hiv die in 2022 opgevolgd worden door een Hiv-referentiecentrum kregen hiv-medicatie.

      Hiv wordt niet overgedragen bij een gecontroleerde virale lading (minder dan 200 viruskopijen per ml bloed). In 2022 bereikte 97% van de personen die een behandeling opstartten, een gecontroleerde virale lading binnen de 6 maanden.

      Hoeveel mensen zijn gestart met PrEP? 

      PrEP is een behandeling voor mensen zonder hiv die een grote kans lopen om besmet te worden. PrEP vervangt het condoom niet, het is een aanvulling. 

      Sinds 1 juni 2017 is de terugbetaling door de ziekteverzekering geregeld. Sindsdien steeg het aantal PrEP-starters.

      In 2022 gebruikten 6.934 personen PrEP. Dit is een derde meer dan het jaar ervoor (5.284).

      99% van de gebruikers zijn mannen, voornamelijk MSM.

      De cijfers gaan over de afnames in gewone Belgische apotheken. Daarnaast wordt PrEP ook verstrekt door ziekenhuisapotheken.

      Hoeveel mensen maakten gebruik van PEP na risico?

      PEP of Post Exposure Profylaxis is een behandeling die hiv kan voorkomen. De arts schrijft het voor na een groot risico. 

      In 2022 werd 2.335 keer een PEP-behandeling opgestart, dat is een stijging van 27% in vergelijking met 2021.

      Consensuele onbetaalde seksuele contacten (46%) en verkrachting (31%) werden het vaakst gemeld als risico.

      Wat is de levenskwaliteit van mensen met hiv? 

      De kwaliteit van leven van mensen met hiv kan beter. Dat blijkt uit een nodenbevraging van Sensoa (2020), gefinancierd door de Vlaamse overheid.

      Sensoa bevroeg 505 mensen met hiv in Vlaanderen en Brussel. Doel was om de kwaliteit van leven in kaart te brengen, noden op te sporen en lessen te trekken voor preventie. 6 aspecten werden bevraagd: fysieke gezondheid, geestelijke gezondheid, sociale steun, impact van hiv, coping met hiv, stigma en discriminatie.2

      Stigma en vooroordelen over hiv

      Stigma blijft het belangrijkste probleem voor mensen met hiv. Voor 41% is minder stigma in de samenleving de belangrijkste nood om beter te kunnen leven met hiv.

      Bijna alle mensen met hiv zijn zeer voorzichtig om het iemand te vertellen (85%). En ze zijn bezorgd dat anderen het doorvertellen (69%). De helft denkt dat de meeste mensen met hiv afgewezen worden (49%). Ze getuigen over negatieve behandeling, afwijzing en uitsluiting als mensen het te weten komen. Dit stigma belemmert hen om open over hiv te spreken en zichzelf te zijn. En het zorgt voor angst en isolatie. 

      Het taboe op hiv is het hoogst bij mensen van Afrikaanse origine, in landelijke gebieden en bij mensen met een recente diagnose.

      Weinig sociale steun

      Mensen met hiv ervaren weinig sociale steun: 43% van de mensen met hiv hebben die ervaring.

      Mensen van Afrikaanse origine en mensen met een recente diagnose ervaren nog minder steun: respectievelijk 58% en 62% voelt zich niet gesteund. Ter vergelijking: bij de ‘gemiddelde Vlaming’ is dat 15%

      Eén op zeven vertelt het aan niemand

      De meeste mensen (86%) hebben hun hiv-status verteld aan anderen. Toch vertelt ongeveer één op zeven (14%) het aan niemand en kent 18% geen enkele andere persoon met hiv.

      Het is niet omdat je vertelt over je hiv-status, dat anderen ook openstaan voor een gesprek over hiv. Integendeel: bij 41% van de mensen die het vertelden, stond hun omgeving er niet of in beperkte mate voor open.

      Ook dat kan bijdragen aan isolement en minder sociale steun ervaren. Hiv bespreekbaar maken verdient dus blijvende aandacht in campagnes. 

      Discriminatie van mensen met hiv

      Voelen mensen met hiv zich nadelig behandeld door hun hiv-status? 65% heeft dit ooit meegemaakt. Discriminatie doet zich het vaakst voor in de naaste omgeving van mensen met hiv: nieuwe (seks)partners (36%), vrienden (21%) en bestaande partners (20%). Mensen met hiv ervaren vooral afwijzing en uitsluiting. 

      Discriminatie in de zorgsector

      Buiten de naaste omgeving doet discriminatie zich het meest voor in de zorgsector: bijna één op drie (31%) heeft dit ervaren. Vooral in de ziekenhuiscontext (10%) en bij tandartsen (9%). Deelnemers aan de bevraging gaven enkele treffende voorbeelden van een aparte en negatieve behandeling. Zo werd 16% ooit zorg geweigerd.

      Impact van hiv op mentaal welbevinden

      80% van de mensen met hiv ondervindt weinig invloed van hiv in zijn/haar beroeps-, sociaal- en privéleven. 40% geeft wel aan dat hiv een negatieve impact heeft op zijn/haar levenstevredenheid en 41% op de seksuele tevredenheid.

      Het meest opvallend is de angst dat potentiële partners hen afwijzen als ze vertellen over hun hiv-status (61%). Deze angst is nog groter bij mensen met een recente diagnose (78%). Bijna de helft (46%) weet ook niet goed hoe dit te vertellen. 

      Geestelijke gezondheid en depressies

      De geestelijke gezondheid van mensen met hiv is een belangrijk aandachtspunt. Mensen met hiv hebben bijna dubbel zo vaak ooit een gediagnosticeerde depressie dan de algemene bevolking (26% tegenover 15%).

      Vooral mensen met een recente diagnose scoren slechter: de helft heeft psychische klachten die variëren van mild tot ernstig. De diagnose hiv is voor velen een ingrijpende ervaring, die hun situatie en toekomstperspectief op losse schroeven zet.

      Positief omgaan met eigen status

      Naast de negatieve impact van hiv hebben peilde Sensoa ook naar de aanwezigheid van positieve coping-mechanismen. De meeste mensen (70%) met hiv aanvaardden hun hiv-status en integreerden hiv in hun leven.

      Toch voelt ook een ruime groep zich beschaamd om hiv te hebben (36%), zeker mensen met een recente diagnose (56%). Een minderheid heeft een negatief hiv-zelfbeeld: zich vuil (18%) of een slecht persoon (16%) voelen.

      Therapie goed opgevolgd

      Wat de behandeling betreft, doen mensen met hiv het goed. Bijna alle deelnemers nemen hiv-medicatie (96%), hebben een goede therapietrouw (96%) en een ondetecteerbare virale lading (89%).

      Dat wil zeggen dat ze hiv niet meer kunnen overdragen via seks. Ze zijn ook heel tevreden over de zorg in Hiv-referentiecentra (90%).

      Welke doelstellingen voor hiv-preventie? 

      Combinatiepreventie: verschillende maatregelen combineren

      Om de verdere verspreiding van hiv te voorkomen, moeten we blijven inzetten op verschillende maatregelen:

      Gerichter testaanbod - toegang tot PrEP verbeteren

      Sensoa voelt zich door de cijfers gesterkt om de gekozen preventie-aanpak onverminderd verder te zetten. Toch ziet Sensoa twee uitdagingen:

      • We moeten meer te weten komen over wie vandaag, naast de bekende groepen, een risico loopt op hiv. Met een voldoende divers testaanbod kunnen we nog gerichter testen.
      • Makkelijker en sneller toegang tot PrEP kan een grote impact hebben. Sensoa zet zich daarvoor in, samen met andere organisaties. Sensoa blijft mannen die seks hebben met mannen ondersteunen om PrEP te overwegen.