Screenen voor hiv is belangrijk voor de patiënt en de volksgezondheid. In België wordt de helft van de hiv-patiënten te laat gediagnosticeerd.

Ben je arts of huisarts? Stel de hiv-test proactief voor

  • bij patiënten met verhoogd risico
  • bij specifieke aandoeningen die kunnen wijzen op hiv

Deze doelgroepen en indicatieziekten vind je in het hiv-screening advies voor huisartsen (PDF).

Hoe maak je de hiv-test proactief bespreekbaar? Gebruik de gesprekstechnieken uit de Onder 4 Ogen methode. 

Stap 1: Breng een hiv-test proactief ter sprake 

Leg uit waarom je een hiv-test voorstelt. Expliciteer je professionele intentie om dit gesprek te voeren: het monitoren van de gezondheid van uw patiënt.

Met deze eerste stap wil je de hiv-test introduceren, zonder intrusief te zijn voor je patiënt.

Verhoogd risico 

Je weet dat de patiënt verhoogd risico loopt om met hiv in contact te komen omdat je patiënt:

  • een man is die seks heeft met andere mannen
  • afkomstig is uit Sub-Saharaans Afrika of uit een ander gebied waar veel hiv voorkomt
  • omdat je weet dat je patiënt drugs inspuit
  • omdat deze persoon seksueel contact heeft gehad met iemand uit voorgaande groepen

Je kan doorverwijzen naar kennis uit het hiv-screeningsadvies (PDF)

“We weten uit onderzoek dat bepaalde mensen meer risico lopen om met hiv in contact te komen dan anderen. Omdat u seks heeft met andere mannen, of omdat u uit een gebied afkomstig bent waar veel hiv voorkomt, loopt u een verhoogd risico. Als arts is het mijn taak om de gezondheid van mijn patiënten goed op te volgen en lijkt het me belangrijk om ook voor hiv een test uit te voeren, is dat oké voor u?” 

Specifieke aandoening

Je weet dat je patiënt een specifieke aandoening heeft die indicatief kan zijn voor hiv. Het gaat over

  • soa’s, hepatitis B of C (acuut of chronisch)
  • dysplasie van de baarmoederhals
  • herpes zoster
  • seborrhoïsche dermatitis/ exantheem (langdurig en terugkerend)
  • onverklaarde koorts (> 38°C, herhaaldelijk gemeten, geen aanwijsbare oorzaak na 1 week)
  • onverklaarde leukocytopenie/ trombocytopenie (langer dan 4 weken)

Verwijs ook in dit geval naar kennis uit het hiv-screeningsadvies (PDF)  

“Er werd bij u dysplasie van de baarmoeder vastgesteld, we hebben daar behandeling en opvolging reeds voor afgesproken. We weten uit onderzoek dat bepaalde klachten of symptomen gelinkt zijn aan hiv. Zo ook dysplasie van de baarmoeder. Om uw gezondheid zo goed mogelijk op te volgen, lijkt het me aangewezen om bijkomend ook een hiv test uit te voeren. Is dat oké voor u?” 

Onverklaarde aandoeningen

Bij bepaalde (onverklaarde) aandoeningen zoals

  • gewichtsverlies
  • lymfadenopathie
  • orale candidiasis
  • chronische diarre
  • ernstige of atypische psoriasis
  • perifere neuropathie en terugkerende longontsteking

is het belangrijk als arts een afweging te maken naar gesteld gedrag en afkomst. Bijvoorbeeld met deze introductiezin en tips:

“Als arts willen we de gezondheid van onze patiënten zo goed mogelijk opvolgen. U heeft last van chronische diarree. We weten dat dit kan voorkomen bij een hiv-infectie. Het is daarom belangrijk dat ik u nog enkele vragen stel om te kijken of het zinvol is om een hiv-test af te nemen. Is dat oké voor u?”

Bevraag gedrag in plaats van identiteit: hoe?

  • Mannen die seks hebben met mannen lopen een verhoogd risico om in contact te komen met hiv. Als je enkel naar de seksuele identiteit vraagt, dan mis je een groep die zichzelf niet als homoseksueel identificeert.
  • Een gelijkaardige redenering geldt voor drugs. Vraag of iemand al eens drugs ingespoten heeft, in plaats van te vragen of iemand een druggebruiker (drugsverslaafd) is.  

Je kan onze taaltips gebruiken voor respectvol taalgebruik

voorbeelden

“Heeft u ooit al seksueel contact gehad met een andere man?” 

“Heeft u ooit al eens drugs gebruikt? Heeft u ooit al eens drugs ingespoten?” 

“Heeft u ooit seksueel contact gehad met iemand die (benoem patiënten met verhoogd risico)?  

Bevraag afkomst in plaats van nationaliteit: hoe?

Maak eventueel gebruik van de kaart ‘Hiv-prevalentie in de wereld’ (hiv-screening advies voor huisartsen). 

“In sommige landen en gemeenschappen komt hiv veel vaker voor dan in andere, en is de kans om met hiv in contact te komen dus groter. Om de inschatting zo goed mogelijk te maken, is het belangrijk te weten van welk land u afkomstig bent. Het maakt op zich niet veel uit of u daar al dan niet geboren bent. Kan u mij zeggen van welk land u afkomstig bent?"

Je vermoedt dat je patiënt verhoogd risico loopt

Geef een vrijblijvende introductie zonder dat de patiënt moet vertellen of die tot één van de groepen behoort.  

“Ik zou het tot slot met jou even willen hebben over hiv en hiv-testen. We weten uit onderzoek dat bepaalde mensen meer risico lopen om met hiv in contact te komen dan anderen. Mannen die seks hebben met andere mannen bijvoorbeeld, mensen uit Sub-Saharaans Afrika of andere gebieden waar veel hiv voorkomt (het maakt niet uit of je al dan niet in België bent geboren), mensen die (ooit) drugs spuiten, of als je ooit seks hebt gehad met iemand uit deze groepen.

Als u tot één van deze groepen behoort, dan stel ik voor om een hiv test uit te voeren, zodat we uw gezondheid zo goed mogelijk monitoren. Zullen we een test uitvoeren?” 

Bevraag het gedrag van de patiënt

Check bij je patiënt of je vermoeden klopt of niet. Dat is diagnostisch en naar opvolging interessant. Onafhankelijk van de aan- of afwezigheid van indicatie ziektes, kan je gedrag van je patiënt bevragen:

“Als arts is het mijn taak om uw gezondheid zo goed mogelijk op te volgen. Relationele en seksuele gezondheid horen daar ook bij, bijvoorbeeld om te kijken wanneer we een (soa) of hiv test moeten uitvoeren. Ik zie in mijn dossier dat er nog bepaalde gegevens ontbreken. Is het goed als ik hierover nu wat vragen stel?”

“We weten dat bepaalde mensen een groter risico lopen om in contact komen met hiv dan andere, daarom deze vragen: “Heeft u als man ooit seksueel contact gehad met een andere man?” - “Heeft u ooit al eens drugs gebruikt? Heeft u ooit al eens drugs ingespoten?” -“Heeft u ooit seksueel contact gehad met iemand die (benoem patiënten met verhoogd risico)?  

Het belang van vroegdetectie

Afhankelijk van de patiënt, kan het belangrijk zijn wat extra informatie te geven over het belang van vroegdetectie:

“Hiv is vandaag de dag een chronische ziekte, die goed onder controle te houden is als we het op tijd vaststellen. Met de juiste medicatie en opvolging, kan je zelfs hiv niet meer doorgeven. Jammer genoeg zien we dat in België nog teveel mensen te laat hun diagnose kennen. Wat natuurlijk niet goed is voor hun gezondheid. Daarom dat ik dit als arts mee ter sprake wil brengen.” 

In bovenstaand voorbeeld vermeld je de voordelen van snelle diagnose en hiv-behandeling: persoonlijke gezondheid en voorkomen van transmissie.

Het uitzoomen naar België geeft een duidelijk signaal dat de situatie in ons land qua screening kan verbeterd worden. Het benadrukt impliciet waarom je het ter sprake brengt als arts. Bovendien helpt het benoemen van hiv als een chronische ziekte foutieve ideeën over hiv te corrigeren.  

Vraag toestemming 

Door toestemming te vragen verhoog je de betrokkenheid van de patiënt.

“Is het oké voor jou? Zullen we de test uitvoeren?”

Het geeft de patiënt het gevoel mee te beslissen en controle te houden over het gesprek. Zo komt het voorstel om een hiv-test af te nemen minder intrusief binnenkomt.  

Als de patiënt toestemming geeft, kan je de hiv-test uitvoeren. Je kan dan overgaan naar stap 4: informatie geven en een aanbod formuleren. 

Stap 2: Exploreer en stimuleer de patiënt om zelf te vertellen 

Als de patiënt aarzelt of een hiv-test weigert, hoeft het gesprek niet te stoppen.

Ga over naar de tweede stap: exploreer. Laat de patiënt zoveel mogelijk vertellen over zijn weigering of aarzeling. Wat houdt de patiënt tegen om een hiv-test te laten uitvoeren? Laat de patiënt aan het woord. Zo krijg je zicht op

  • welke hindernissen je patiënt moet overwinnen
  • eventuele informatietekorten, bezorgdheden en vragen 

Stel een open vraag die peilt naar de aarzeling of twijfel om een hiv-test af te nemen 

“Wat maakt dat je twijfelt om een hiv-test af te nemen?”  

“Wat houdt je tegen om nu een hiv-test uit te voeren?”  

“Waar maak je je zorgen over?”  

“Wat zijn de redenen om het nu niet te doen? 

Stel bijvragen om de patiënt te stimuleren om meer te vertellen 

Sommige patiënten hebben aanmoediging nodig om meer te vertellen. Doorvragen door bijvragen te stellen, kan uw patiënt stimuleren om zijn/haar verhaal te vertellen. Bijvragen kan je formuleren door de ICE-vragenkapstok en de Bio-PsychoSociale vragenkapstok te combineren om de beleving van de patiënt te exploreren.  

Lees meer over de ICE-vragenkapstok en het Bio-Psychosociaal Model

Stap 3: Vat samen wat de patiënt vertelt 

Vat samen wat er tijdens het gesprek gezegd werd. Een goede samenvatting geeft de mogelijkheid om:  

  • de patiënt te tonen dat je echt geluisterd hebt 
  • bepaalde aspecten van het gesprek te benadrukken 
  • gesprek terug in handen te nemen 
  • het gesprek van richting te veranderen 
  • het gesprek af te ronden 

Controleer of je samenvatting correct is door een gesloten vraag te stellen - met een ja/nee-antwoord. Waarom? In deze fase wil je de patiënt niet meer aanzetten om verder te praten. 

Bijvoorbeeld:  

"Als ik je goed begrepen heb, aarzel/weiger je om nu een hiv-test af te nemen omdat…. …. en …..  Je denkt dat dit vooral te maken heeft met ….  En je hoopt dat ….. Klopt dat?"    

Stap 4: Formuleer een aanbod 

In de laatste stap rond je af en kijk je vooruit. Na een correcte samenvatting begrijpt de patiënt dat je hem of haar gehoord hebt.

De vraag ‘hoe het nu verder moet’ is hierdoor nog niet beantwoord. Door de verwachtingen van de patiënt te bevragen werd wellicht duidelijk waarop kan ingezet worden.  

Corrigeer foute informatie  

Slechte of foute informatie over hiv of over hiv-test kan aan de oorsprong liggen van een aarzeling of weigering. Correcte informatie aanreiken, kan voor de patiënt al voldoende zijn om toch over te gaan tot testen. 

Leid toe naar accurate informatiekanalen. Zo kan je patiënt op eigen tempo op zoek naar meer info:

Als arts hoef je niet in staat te zijn om op alle vragen een definitief antwoord te geven. 

Stel een vervolgafspraak voor 

Als patiënten voor het eerst praten over hun aarzelingen, is het best mogelijk dat stap 2 niet binnen de tijdsgrenzen van het consult valt. 

Plan een vervolggesprek om het thema verder te bespreken. Zo geef je ook even tijd om alle info te laten bezinken. 

Bespreek de mogelijke lichamelijke of technische onderzoeken 

Informatie verschaffen over het hiv-onderzoek kan ook helpen. 

Bied praktische informatie aan over het verloop van de hiv-test, de mogelijkheden voor sneltests en speekseltests en de opvolging daarna. 

Maak een doorverwijsaanbod 

Het is mogelijk dat de patiënt zorgen heeft die verder opgevolgd moeten worden maar die buiten je eigen aanbod vallen. Interessante doorverwijsadressen kan je hier vinden: 

Hiv-specifieke adressen 

  • Hiv-referentiecentra: geven informatie, advies, ondersteuning en begeleiding over hiv, seksueel overdraagbare aandoeningen en PrEP.  

  • Sensoa Positief: richt zich naar mensen met hiv, hun omgeving en professionelen. Het aanbod is gratis en vertrouwelijk.

Algemene doorverwijsadressen

Bekijk ander doorverwijsaanbod over seksuele gezondheid

 

Meer informatie, opleiding, contact

Andere toepassingen van de Onder 4 Ogen methode

Opleiding

Beeldmateriaal Onder Vier Ogen methode

Wil je de methode aan een collega tonen, een afbeelding gebruiken als geheugensteun voor jezelf, of de theorie ondersteunen met een afbeelding van Onder Vier Ogen?

Dan kan je op onze beeldbank afbeeldingen uit de Onder Vier Ogen methode downloaden

Contact

Svenja Vergauwen, Sensoa beleidsmedewerker seksueel welbevinden: svenja.vergauwen@sensoa.be