Je leerlingen zijn heel divers. Ze verschillen bijvoorbeeld in:
- Genderidentiteit en seksuele oriëntatie
- Beperkingen
- Leeftijd, levenservaringen en seksuele ervaring
- Sociaaleconomische status
- Huidskleur, etnische afkomst, religie, taal, cultuur
Hoe zorg je ervoor dat elke jongere zich welkom, gerespecteerd en veilig voelt? Ook als je praat over relaties en seksualiteit?
Hoe ga je om met conflicten en polarisatie rond gevoelige thema's?
Snel naar
Geef een voorbereidende les over diversiteit
Een voorbereidende les over diversiteit zorgt voor duidelijkheid tijdens de klasgesprekken.
- Laat je leerlingen kennismaken met begrippen rond identiteit, diversiteit en discriminatie.
- Geef aandacht aan gelijkenissen, focus dus niet alleen op de verschillen.
- Laat leerlingen meer leren over elkaar. Zo kan de kloof tussen leerlingen kleiner worden.
Denk ook na over jouw persoonlijke kenmerken als leraar. Ook jouw gender, etniciteit, leeftijd en professionele ervaringen beïnvloeden jouw benadering van relaties en seksualiteit.
Tip: kruispuntdenken of intersectionaliteit
Kruispuntdenken of intersectionaliteit is een model om diversiteit zichtbaar te maken. En vooral ook de machtsverhoudingen die ermee samenhangen.
In het kruispuntdenken stel je elke eigenschap als een as voor. Lutz (2002) definieerde 14 assen die een rol spelen bij identiteitsvorming.3 En omdat die assen elkaar kruisen en dus elkaar beïnvloeden, komen we bij de naam kruispuntdenken.
Wil je meer weten over kruispuntdenken? Lees de Handleiding intersectionaliteit of kruispuntdenken (Ella)
Creëer een veilig klasklimaat
Een veilige klassfeer zorgt ervoor dat leerlingen naar elkaar luisteren, zich vrij voelen om hun mening te uiten en een gevoel van verbondenheid ervaren.
Hoe creëer je een veilig klasklimaat?
- Met PRILS kan je een les over relaties en seksualiteit veilig laten verlopen.
- De Vertrouwensdriehoek helpt je om in al je lessen te werken aan vertrouwen en een goede onderlinge band tussen de leerlingen.
- Je kan ervoor kiezen om de lessen over relaties en seksualiteit later op het schooljaar te plannen. Je leerlingen hebben dan mogelijk al een hechtere band.
PRILS: 5 afspraken voor een veilige klassfeer
PRILS helpt je om afspraken te maken over veiligheid, samen met je leerlingen.
PRILS staat voor:
- Privacy
- Respect
- Iedereen is anders
- Lachen mag
- Schaamte mag

PRILS is een up to date versie van PICKASOLL.
Vertrouwensdriehoek (Motief vzw)
Een veilig klasklimaat ontstaat niet vanzelf, maar vraagt om bewuste inspanningen op verschillende niveaus. De Vertrouwensdriehoek van Motief vzw (2017) beschrijft vier elementen van een veilig en inclusief klasklimaat.4
Met de Vertrouwensdriehoek zorg je voor:
- Veiligheid
- Verbondenheid
- Waardering
- Ruimte voor diversiteit

Breng diversiteit in je inhoud en taal
Hoe zorg je ervoor dat leerlingen zich gezien en vertegenwoordigd voelen? Maak van diversiteit een vanzelfsprekend onderdeel van je lessen. En draag zorg voor je taalgebruik.
Tips om je inhoud diverser te maken
- Kies voorbeelden, verhalen en oefeningen waarin mensen met verschillende ervaringen, lichamen en overtuigingen een plek krijgen.
- Gebruik situaties die jongeren herkennen van sociale media.
- Verzamel vragen van leerlingen en neem die mee bij de voorbereiding van je les. Gebruik bijvoorbeeld een vragendoos waarin jongeren vragen anoniem kunnen achterlaten.
Tips om je taal herkenbaar te maken voor iedereen
Probeer om je eigen referentiekader of stereotiepe normen niet te laten doorsijpelen in je taalgebruik.
Wat voor jou ‘normaal’, ‘natuurlijk’ of ‘vanzelfsprekend’ is, is dat misschien niet voor jouw leerlingen. Door bijvoorbeeld 'partner' te zeggen in plaats van 'vriend' of 'vriendin', voorkom je dat je onbewust uitgaat van heteroseksuele relaties. Zo creëer je ruimte voor verschillende identiteiten en ervaringen in de klas.
Veel jongeren kennen het gevoel om herleid te worden tot één aspect van hun identiteit. Ze zijn ‘die Turk’ of ‘dat meisje met haar rolstoel’, nog voor iemand hen heeft leren kennen. Stereotypen beperken niet alleen de kijk op anderen, maar ook de ruimte om zichzelf te ontdekken.
Denk daarom na hoe je groepen mensen bespreekt, bijvoorbeeld op basis van cultuur of seksuele oriëntatie. Vermijd veralgemeningen zoals 'Bij moslims is het zo' of 'Bij homo’s is het zo'. Zo maak je de diversiteit binnen deze groepen zichtbaar.
Maak van leerlingen geen woordvoerder voor een bepaalde groep. Vraag bijvoorbeeld niet specifiek aan een lesbische leerling hoe zij 'als lesbienne’ naar een bepaald onderwerp kijkt, of hoe lesbiennes over iets denken.
Stel vragen aan de hele klas, zodat leerlingen zelf kunnen kiezen of en hoe ze willen bijdragen. Zo creëer je een veilige ruimte waar leerlingen zich gerespecteerd voelen.
Geef meningsverschillen een plaats
Leerlingen hebben soms uitgesproken meningen. Het is heel gewoon dat je het niet altijd met hen eens bent. Hoe ga je daarmee om? Enkele tips:
Maak eerst het doel van de discussie duidelijk
Maak vooraf duidelijk wat het doel is van de discussie: van elkaar leren. Je verwacht niet dat leerlingen hun mening veranderen. Je wil dat ze luisteren naar elkaar en kritisch nadenken over hun eigen ideeën en die van anderen.
Stel duidelijke grenzen en nodig uit tot gesprek
Laat ruimte voor verschillende meningen, maar stel duidelijke grenzen aan het gedrag. Komt er een kwetsende opmerking? Vraag de leerling om de mening op een gepaste manier te formuleren.
Blijf luisteren
Heb je als leerkracht de neiging om leerlingen te overtuigen van jouw standpunt? Als je dat doet, stop je met luisteren.
Luisteren is essentieel: probeer eerst te begrijpen wat de leerling bedoelt. Dat is niet makkelijk: we beginnen al snel te interpreteren of te reageren. Maar als een leerling zich niet erkend of begrepen voelt, komt jouw boodschap toch niet binnen.
Ga op zoek naar de achterliggende gedachten bij hun uitspraken. Het doel is niet gelijk krijgen, maar wel een open sfeer creëren. Daarin kunnen leerlingen respectvol naar elkaar luisteren en kritisch nadenken over hun eigen en elkaars standpunten.
Maak het onderscheid tussen feiten en overtuigingen
Tijdens de discussie is het belangrijk om onderscheid te maken tussen feiten en overtuigingen:
- Zegt een leerling bijvoorbeeld dat 'homoseksualiteit onnatuurlijk is'? Dan kan je uitleggen dat dit geen feit is, maar een overtuiging. En dat er heel wat andere overtuigingen zijn hierover.
- Zegt een leerling bijvoorbeeld dat ‘de rechten van homo's moeten worden ingeperkt’? Laat dan ruimte voor een eigen mening, maar leg ook duidelijk uit waarom mensenrechten belangrijk zijn, dat ze voor iedereen gelden en wat de gevolgen kunnen zijn als ze worden geschonden.
Op deze manier kunnen leerlingen eigen conclusies trekken of krijgen ze toch een breder perspectief dan in het begin van de les.
Je vindt nog veel andere tips in de brochure What The FAQ?! van Pimento.
Controversiële uitspraken: bepaal je reactie
Meningen uiten is belangrijk, maar het kan ook conflicten veroorzaken. Hoe reageer je op onverwachte of controversiële opmerkingen van leerlingen?
4 mogelijke reacties bij conflicten in de klas
Dit raster beschrijft 4 mogelijke reacties bij conflicten in de klas, gebaseerd op 2 vragen:
- Ga je wel of niet in op de inhoud?
- Behoud je de relatie of verbreek je die?
Er is geen juiste of foute reactie. Kies naargelang de situatie, je eigen vaardigheden en de tijd en ruimte die je hebt om met de opmerking aan de slag te gaan. Elke reactie heeft voor- en nadelen.
Dit raster is gebaseerd op Wansink en collega's (2019).1

1. Eruit!
Met deze aanpak reageer je als leerkracht door de leerling uit de klas te verwijderen en vervolgens verder te gaan met de les.
Als je een leerling de klas uitstuurt, stel je een grens en geef je jezelf tijd om na te denken, maar je verstoort ook de relatie met die leerling. Het is belangrijk om na de les altijd het gesprek aan te gaan, alleen straffen creëert een 'wij-zij'-situatie.
2. Ik vertel hoe het zit
Je legt uit hoe het in elkaar zit door een logisch verhaal aan te brengen. Als leerlingen emotioneel zijn, hebben enkel rationele argumenten vaak weinig effect. De kans is groot dat ze eerst gehoord willen worden voordat ze openstaan voor jouw uitleg.
Let op dat je niet in een 'één-tegen-allen'-situatie terechtkomt, waarbij de hele klas jou probeert te overtuigen of omgekeerd.
3. Iedereen zijn waarheid
Je laat leerlingen hun mening beargumenteren en onderbouwen. Dat helpt om emoties te uiten en de sfeer wat te kalmeren.
Door alle visies te delen, laat je zien dat iedereen een eigen standpunt heeft. Dat de relatie met de leerlingen kan versterken.
Maar als je alle meningen gelijkstelt, zonder in te gaan op de kwaliteit ervan, worden ook extreme of foutieve ideeën niet gecorrigeerd.
4. Beargumenteren en onderbouwen
Luister naar wat er speelt bij de leerlingen en geef ze de ruimte om hun mening te uiten. In plaats van alle meningen gelijk te stellen, zet je de argumenten naast elkaar en vergelijk je ze.
Deze stap is vooral belangrijk bij leerlingen met extreme ideeën, zodat ze leren kritisch te denken. De grote uitdaging hierbij is de relatie te behouden, maar wel in te gaan op de argumenten. Deze aanpak vraagt wel wat tijd.
Wat als de klas polariseert?
Ontstaan er in je klas twee kampen waarbij een redelijk midden ontbreekt? Is er geen bereidheid meer om te luisteren naar de leerlingen met een andere mening? Dan kun je spreken van polarisatie.
Hoe gebeurt polarisatie?
- Enkele pushers voeren het hoogste woord zonder echt te luisteren naar anderen, het is een aanhoudende monoloog.
- De pushers willen hun groep uitbreiden door mensen te overtuigen om mee aan hun kant te gaan staan. Vaak gebeurt dit door hun tegenstanders te kleineren of af te breken. Het gaat niet meer over rationele argumenten, maar over een emotionele groepsdynamiek.
- Een groep volgers gaat mee in dit groepsdenken. De stille groep wordt steeds kleiner en stiller. De pushers bestempelen mensen met een andere mening als vijand of een bedreiging.
- Tot er uiteindelijk geen plaats meer is voor een gemeenschappelijk ‘wij’.
3 belangrijke elementen van polarisatie
Polarisatie bestaat uit drie belangrijke elementen:
- 'Wij-zij'-denken: de wereld wordt opgedeeld in twee groepen en nuances verdwijnen.
- Brandstof: input die het idee van een kloof tussen de groepen versterkt. Zonder brandstof blijft polarisatie niet bestaan.
- Emoties zoals angst en wantrouwen. Die maken het moeilijk om met logische argumenten polarisatie te doorbreken, omdat het vooral om gevoel draait en minder om feiten.
Polarisatie is een vruchtbare voedingsbodem voor radicalisering. Heb je het gevoel dat er ook geweld aan te pas zou kunnen komen? Raadpleeg de Leidraad voor de preventie en aanpak van radicalisering (Onderwijs Vlaanderen).
4 methodes om de polarisatiedynamiek te doorbreken
Brandsma (2017) geeft 4 methodes om de polarisatiedynamiek te doorbreken:2
Verander van doelgroep
Richt je niet op de pushers, want die gaan toch niet van mening veranderen, maar versterk het stille midden: leerlingen die nog geen vaststaande mening hebben gevormd.
Verander van onderwerp
In plaats van de nadruk te leggen op de identiteit van de tegenpolen, focus je op thema's die verbinden:
- Welke problemen ervaren jullie als jongeren?
- Hoe gaan jullie hiermee om?
- Hoe kunnen we op een vreedzame manier samenleven?
Verander van positie
Verander als leerkracht van positie door zelf in het midden te staan. Probeer niet de tegenpolen te overbruggen, maar ga in gesprek met het stille midden dat openstaat voor dialoog en nuance.
Verander van toon
Verander van toon en oordeel niet. Benader het gesprek op een verbindende manier en blijf een open houding aannemen. Probeer je vragen zo te stellen dat er niet tot verantwoording wordt opgeroepen.
Vermijd dus best waarom-vragen. Vraag dus niet ‘Waarom vind je dat...?’ Vraag eerder ‘Kan je daar wat meer over vertellen?’ of ‘Wat maakt dat...?’.
Interessante lesmaterialen voor superdiverse klassen
Zanzu.be: over seksuele gezondheid, voor anderstaligen
Zanzu.be is een website over seksuele gezondheid in 14 talen. Je kan 2 talen naast elkaar bekijken.
Heb je anderstalige leerlingen in je klas? Zanzu.be kan je helpen om de woordenschat al een keer op voorhand te overlopen. Tip: geef ook een kleine woordenlijst mee waarop de leerling tijdens de les kan terugvallen.