Sciensano verzamelt en publiceert jaarlijks informatie over het aantal hiv- en aidsdiagnoses in België. Deze Feiten en cijfers bevat gegevens over 2021 en voorgaande jaren.
In 2021 waren er 781 nieuwe hiv-diagnoses, dat is gemiddeld 2 diagnoses per dag.1
- Na een aanzienlijke daling in 2020 door de corona-maatregelen, stijgt het aantal hiv-diagnoses opnieuw met 4%.
- Maar als we de evolutie over meerdere jaren bekijken, zien we wel een aanhoudende neerwaartse trend.
- Preventie, testen en behandelen van hiv blijft nodig als we een verdere daling willen zien. België is goed op weg: we halen de '95 95 95' doelstellingen van UNAIDS.
- De kwaliteit van leven van mensen met hiv kan beter, ondanks de grote medische vooruitgang. Stigma blijft het belangrijkste probleem.
Snel naar
Hoeveel mensen hebben hiv in België?
Nieuwe hiv-diagnoses in 2021
In 2021 werden in België 781 nieuwe hiv-diagnoses vastgesteld. Dat komt overeen met 2 nieuwe diagnoses per dag.1
Tussen 2020 en 2021 steeg het aantal nieuwe diagnoses met 4%. Deze stijging deed zich voor bij personen met de Belgische nationaliteit, zowel bij mannen die seks hebben met mannen als bij heteroseksuele mannen en vrouwen. Bij niet-Belgen was er een daling of stabilisatie.1
Sciensano ziet een verband met het opheffen van de corona-maatregelen.
Aantal mensen met hiv in België
In 2021 werden in België 17.622 hiv-patiënten medisch opgevolgd. Dat is een lichte stijging in vergelijking met 2020.
De populatie van hiv-patiënten in medische opvolging veroudert: 47% van de mensen met hiv in België is 50 jaar of ouder.
Naar schatting wisten in 2021 1.155 mensen in België nog niet dat ze hiv hebben. Deze schatting gebeurt op basis van een statistisch model. 2
Wie wordt het zwaarst getroffen door hiv?
Mannen die seks hebben met mannen (MSM)
In 2021 werden in België 376 hiv-diagnoses gesteld bij mannen die seks hebben met mannen (MSM). Dat is een stijging met 9% ten opzichte van 2020, maar de algemene trend over verschillende jaren is nog steeds neerwaarts.
De stijging doet zich het duidelijkst voor bij Belgische MSM. Zij vertegenwoordigen 44% van de nieuwe diagnoses in 2021 bij MSM.
Heteroseksuele mannen en vrouwen
Bij heteroseksuele personen werden 373 hiv-diagnoses gesteld in 2020. Dat is stabiel in vergelijking met 2020 (370 diagnoses).
Nationaliteit: hiv-epidemie wordt diverser
Sinds enkele jaren wordt de nationaliteit diverser bij mannen die seks hebben bij mannen en bij heteroseksuele personen.
- In 2021 had slechts 44% van de gediagnosticeerde mannen die seks hebben met mannen de Belgische nationaliteit. In 2013 was dat nog 63%. De volgende niet-Belgische nationaliteiten werden het meest gerapporteerd in 2021: Brazilië (8%), Frankrijk (4%), Colombia (3%), Italië (2%) en Spanje (2%).
- Bij heteroseksuele personen heeft 45% een Sub-Saharaans Afrikaanse nationaliteit. In 2012 was dat nog 64%. De volgende niet-Belgische nationaliteiten werden het meest gerapporteerd in 2021: Kameroen (7%), Burundi (4%), Ghana (4%), Guinee (4%), Rwanda (3%), Democratische Republiek Congo (3%), Marokko (3%).
Leeftijd: belangrijk aandeel 50-plussers
Het grootste deel van de nieuwe diagnoses in België vond in 2021 plaats bij 25-plussers.
- 76% vond plaats bij mensen tussen 20 en 49 jaar
- 23% werd vastgesteld bij 50-plussers
- 0,5% werd vastgesteld bij jongeren (15-19 jaar)
- 0,6% was jonger dan 15 jaar
De hiv-populatie veroudert over het algemeen: 47% van de mensen in behandeling is 50 jaar of ouder. Dat komt vooral door de antiretrovirale behandelingen en dus de betere levensverwachting voor mensen met hiv.
Hoeveel hiv-patiënten zijn er in behandeling?
In 2021 werden er in België 17.622 mensen met hiv medisch opgevolgd.
Van het totaal aantal geschatte personen met hiv (19.177) kreeg 94% de diagnose, kreeg 89% van deze mensen een hiv-behandeling en had 97% hiervan een niet-detecteerbare virale lading. Dit betekent dat 81% van al de personen die met hiv leven een ondetecteerbare virale lading hadden.
Daarmee bereikt België de 90-90-90 doelstelling van Unaids en is het goed op weg om de 95-95-95 doelstelling te realiseren in 2030:
- 95% van de mensen die leven met hiv kent zijn hiv-status.
- 95% van hen krijgt medische behandeling.
- 95% daarvan heeft een gecontroleerde (of lage) virale lading.
Waarom snel testen en behandelen?
Omdat toegankelijk testen en snel behandelen een vorm van preventie is.
98% van de mensen met hiv die in 2021 opgevolgd worden door een Hiv-referentiecentrum kregen hiv-medicatie.
Hiv wordt niet overgedragen bij een gecontroleerde virale lading (minder dan 200 viruskopijen per ml bloed). In 2021 bereikte 97% van de personen die een behandeling opstartten, een gecontroleerde virale lading binnen de 6 maanden.
Hoeveel mensen zijn gestart met PrEP?
PrEP is een behandeling voor mensen zonder hiv die een grote kans lopen om besmet te worden. PrEP vervangt het condoom niet, het is een aanvulling.
Sinds 1 juni 2017 is de terugbetaling door de ziekteverzekering geregeld. Sindsdien steeg het aantal PrEP-starters.
Voor 2020 rapporteerde Sciensano 3.986 gebruikers van PrEP, in 2021 5.277. Dat zijn de afnames in gewone Belgische apotheken. Daarnaast wordt PrEP ook verstrekt door ziekenhuisapotheken. Belgische mannen die seks hebben met mannen zijn de belangrijkste gebruikers.
Hoeveel mensen maakten gebruik van PEP na risico?
PEP of Post Exposure Profylaxis is een behandeling die hiv kan voorkomen. De arts schrijft het voor na een groot risico.
In 2020 werd 1.834 keer een PEP-behandeling opgestart, dat is een stijging van 16% in vergelijking met 2020.
Verkrachting en seks tussen mannen werden het vaakst gemeld als risico (telkens 29%).
Wat is de levenskwaliteit van mensen met hiv?
De kwaliteit van leven van mensen met hiv kan beter. Dat blijkt uit een nodenbevraging van Sensoa (2020), gefinancierd door de Vlaamse overheid.
Sensoa bevroeg 505 mensen met hiv in Vlaanderen en Brussel. Doel was om de kwaliteit van leven in kaart te brengen, noden op te sporen en lessen te trekken voor preventie. 6 aspecten werden bevraagd: fysieke gezondheid, geestelijke gezondheid, sociale steun, impact van hiv, coping met hiv, stigma en discriminatie.3
Stigma en vooroordelen over hiv
Stigma blijft het belangrijkste probleem voor mensen met hiv. Voor 41% is minder stigma in de samenleving de belangrijkste nood om beter te kunnen leven met hiv.
Bijna alle mensen met hiv zijn zeer voorzichtig om het iemand te vertellen (85%). En ze zijn bezorgd dat anderen het doorvertellen (69%). De helft denkt dat de meeste mensen met hiv afgewezen worden (49%). Ze getuigen over negatieve behandeling, afwijzing en uitsluiting als mensen het te weten komen. Dit stigma belemmert hen om open over hiv te spreken en zichzelf te zijn. En het zorgt voor angst en isolatie.
Het taboe op hiv is het hoogst bij mensen van Afrikaanse origine, in landelijke gebieden en bij mensen met een recente diagnose.
Weinig sociale steun
Mensen met hiv ervaren weinig sociale steun: 43% van de mensen met hiv hebben die ervaring.
Mensen van Afrikaanse origine en mensen met een recente diagnose ervaren nog minder steun: respectievelijk 58% en 62% voelt zich niet gesteund. Ter vergelijking: bij de ‘gemiddelde Vlaming’ is dat 15%
Eén op zeven vertelt het aan niemand
De meeste mensen (86%) hebben hun hiv-status verteld aan anderen. Toch vertelt ongeveer één op zeven (14%) het aan niemand en kent 18% geen enkele andere persoon met hiv.
Het is niet omdat je vertelt over je hiv-status, dat anderen ook openstaan voor een gesprek over hiv. Integendeel: bij 41% van de mensen die het vertelden, stond hun omgeving er niet of in beperkte mate voor open.
Ook dat kan bijdragen aan isolement en minder sociale steun ervaren. Hiv bespreekbaar maken verdient dus blijvende aandacht in campagnes.
Discriminatie van mensen met hiv
Voelen mensen met hiv zich nadelig behandeld door hun hiv-status? 65% heeft dit ooit meegemaakt. Discriminatie doet zich het vaakst voor in de naaste omgeving van mensen met hiv: nieuwe (seks)partners (36%), vrienden (21%) en bestaande partners (20%). Mensen met hiv ervaren vooral afwijzing en uitsluiting.
Discriminatie in de zorgsector
Buiten de naaste omgeving doet discriminatie zich het meest voor in de zorgsector: bijna één op drie (31%) heeft dit ervaren. Vooral in de ziekenhuiscontext (10%) en bij tandartsen (9%). Deelnemers aan de bevraging gaven enkele treffende voorbeelden van een aparte en negatieve behandeling. Zo werd 16% ooit zorg geweigerd.
Impact van hiv op mentaal welbevinden
80% van de mensen met hiv ondervindt weinig invloed van hiv in zijn/haar beroeps-, sociaal- en privéleven. 40% geeft wel aan dat hiv een negatieve impact heeft op zijn/haar levenstevredenheid en 41% op de seksuele tevredenheid.
Het meest opvallend is de angst dat potentiële partners hen afwijzen als ze vertellen over hun hiv-status (61%). Deze angst is nog groter bij mensen met een recente diagnose (78%). Bijna de helft (46%) weet ook niet goed hoe dit te vertellen.
Geestelijke gezondheid en depressies
De geestelijke gezondheid van mensen met hiv is een belangrijk aandachtspunt. Mensen met hiv hebben bijna dubbel zo vaak ooit een gediagnosticeerde depressie dan de algemene bevolking (26% tegenover 15%).
Vooral mensen met een recente diagnose scoren slechter: de helft heeft psychische klachten die variëren van mild tot ernstig. De diagnose hiv is voor velen een ingrijpende ervaring, die hun situatie en toekomstperspectief op losse schroeven zet.
Positief omgaan met eigen status
Naast de negatieve impact van hiv hebben peilde Sensoa ook naar de aanwezigheid van positieve coping-mechanismen. De meeste mensen (70%) met hiv aanvaardden hun hiv-status en integreerden hiv in hun leven.
Toch voelt ook een ruime groep zich beschaamd om hiv te hebben (36%), zeker mensen met een recente diagnose (56%). Een minderheid heeft een negatief hiv-zelfbeeld: zich vuil (18%) of een slecht persoon (16%) voelen.
Therapie goed opgevolgd
Wat de behandeling betreft, doen mensen met hiv het goed. Bijna alle deelnemers nemen hiv-medicatie (96%), hebben een goede therapietrouw (96%) en een ondetecteerbare virale lading (89%).
Dat wil zeggen dat ze hiv niet meer kunnen overdragen via seks. Ze zijn ook heel tevreden over de zorg in Hiv-referentiecentra (90%).
Welke doelstellingen voor hiv-preventie?
Combinatiepreventie: verschillende maatregelen combineren
Om de verdere verspreiding van hiv te voorkomen, moeten we blijven inzetten op verschillende maatregelen:
- sensibiliseren over veilig vrijen
- condooms en glijmiddel zoveel mogelijk ter beschikking stellen
- meer en makkelijk testen op hiv
- mensen die positief testen snel behandelen
- PrEP-gebruik promoten bij mensen met een verhoogde blootstelling aan hiv
- huisartsen en gezondheidswerkers stimuleren om proactief over seksuele gezondheid te praten én om de hiv-test voor te stellen
Gerichter testaanbod - toegang tot PrEP verbeteren
Sensoa voelt zich door de cijfers gesterkt om de gekozen preventie-aanpak onverminderd verder te zetten. Toch ziet Sensoa twee uitdagingen:
- We moeten meer te weten komen over wie vandaag, naast de bekende groepen, een risico loopt op hiv. Met een voldoende divers testaanbod kunnen we nog gerichter testen.
- Makkelijker en sneller toegang tot PrEP kan een grote impact hebben. Sensoa zet zich daarvoor in, samen met andere organisaties. Sensoa blijft mannen die seks hebben met mannen ondersteunen om PrEP te overwegen.