Genderidentiteit in de seksuele ontwikkeling

Iedereen heeft een genderidentiteit. Cisgender mensen (bij wie sekse en gender samenvallen) staan daar minder bij stil. Het is altijd al zo geweest, het past bij hen, en ze hebben er positieve gevoelens bij. Bij transgender mensen is er vaak wel een aanvaardingsproces nodig, omdat ze afwijken van de norm.

Wanneer ontdekken kinderen dat ze zich meer jongen of meisje voelen? Daar kan je geen vaste leeftijd op kleven. Sommige kinderen voelen zich in de lagere school al anders dan anderen, andere pas op latere leeftijd. 

Aangezien kinderen vaak nog op zoek zijn naar wie ze willen zijn, spreekt men daar minder snel over transgender. Soms blijven de gendervariante gevoelens bestaan, soms niet. Dat is moeilijk op voorhand in te schatten. Als de gevoelens blijven aanhouden, kiezen sommigen ervoor om het lange traject van (gedeeltijke) transitie door te gaan.

Lees meer over transgender en cisgender

Lestips om met jongeren te praten over transgender

Wat is het onderscheid tussen geslacht, genderidentiteit, genderexpressie, genderrollen en seksuele oriëntatie? En tussen cisgender, transgender en transseksueel? En wat is LGBT+? Je kan je inlezen in de woordenschat op Transgenderinfo.be en Lumi.be

Ook jongeren kennen deze verschillen niet altijd en gooien dan soms alles op een hoop, bijvoorbeeld: ‘die jongen gedraagt zich vrouwelijk, dus zal wel homo zijn’, of ‘ik heb niets tegen homo’s zolang ze het maar niet tonen’.

Geef erkenning aan het machtsverschil

Doordat genderrollen in Europa traditioneel rigide werden ingevuld, is het moeilijk voor trans mensen om hiervan af te wijken. Ze moeten meer stappen doorlopen om te aanvaarden wie ze zijn dan cis personen.

Cisgendernormativiteit merken we tegenwoordig nog steeds wanneer we door vactures bladeren (enkel m/v zonder x) of een openbaar toilet bezoeken. En trans personen zijn vaker slachtoffer van fysiek en seksueel geweld, depressie en zelfmoord.

Denk aan je taalgebruik

Schrijf ‘trans persoon’ in plaats van ‘transpersoon’.

Iemand is meer dan haar/zijn/hun genderidentiteit, daarom vindt niet iedereen het leuk om ermee vereenzelvigd te worden. Veel zinnen kan je genderneutraal maken, zodat iedereen zich erin herkent.

Let erop dat je geen schadelijke genderstereotypen bevestigt, bijvoorbeeld enkel vrouwen als slachtoffers van seksueel geweld gebruiken in je voorbeelden.

PICKASOLL: de K van Kies wat je zegt

Het kan dat er iemand in je klas transgender is. Maak er geen woordvoerder voor trans personen van. Iedereen mag zelf kiezen wat ze inbrengen in het gesprek. De PICKASOLL-afspraken kunnen je daarbij helpen.

Maak een beleid voor een LGBT+ vriendelijke school

Jouw school kan een open, veilige omgeving voor trans jongeren zijn, maar dat gebeurt vaak niet vanzelf. Om een LGBT+-vriendelijke school te maken, stel je best een beleid op hierover. Gebruik daarvoor de beleidstool Grenswijs.be.

We zijn allemaal een beetje anders
Steffie De Baerdemaeker, leraar lager onderwijs

Basisonderwijs: Leerdoelen en leerlijn over transgender

De kinderen

  • weten dat de meeste mensen zich oké voelen bij hun geslacht
  • weten dat sommige mensen zich anders voelen dan hun geslacht
  • weten dat je geslacht niet zomaar kan veranderen

Kleuters (4-6 jaar)

Bespreek: voel ik mij een jongen of een meisje?  

  • De meeste jongens voelen zich jongen, de meeste meisjes voelen zich meisje.
  • Maar soms zijn er ook jongens die zich meer meisje voelen of omgekeerd.  

Bespreek: blijf ik voor altijd een jongen of een meisje?  

  • Je geslachtsdelen veranderen niet door welke hobby’s je graag doet. 
  • Je kan niet zomaar van geslacht veranderen. De meeste jongens worden later een man en de meeste meisjes worden later een vrouw.  
  • Er zijn jongens die liever een meisje willen zijn en er zijn meisjes die liever een jongen willen zijn. En dat is oké.

Kinderen (6-9 jaar)

Gebruik dezelfde inhoud als voor kinderen 4-6 jaar.

Jonge tieners (9-12 jaar)

Bespreek: voelt elke persoon met een penis zich een jongen en voelt elke persoon met een vagina zich een meisje?

Gebruik hiervoor dezelfde inhoud als voor 3-6 jaar.

Bespreek: blijf ik voor altijd een jongen of een meisje?

  • Gebruik hiervoor dezelfde inhoud als voor 3-6 jaar.
  • Als ze dit gedurende een lange tijd voelen, dan laten sommigen een operatie uitvoeren om van geslacht te veranderen.

Secundair onderwijs: leerdoelen en leerlijn over transgender

Leerdoelen

  • Jongeren weten dat sommigen zich niet identificeren met hun geboortegeslacht.
  • Jongeren weten dat genderidentiteit niet altijd in een vakje te stoppen valt.
  • Jongeren weten dat iedereen voor zichzelf kan bepalen hoe ze hun genderidentiteit uiten.

Eerste graad (12-14 jaar)

Bespreek: genderidentiteit en genderexpressie

  • Je kan je jongen voelen, meisje voelen, een beetje jongen, heel vrouwelijk voelen. Je voelt je in meer of mindere mate man en/of vrouw. 
  • Soms voelt iemand zich niet goed bij het geboortegeslacht. Dat kan zijn omdat die zich beter voelt bij de verwachtingen van het ander geslacht of zich stoort aan de verwachtingen van het eigen geslacht.  
  • Je kan kiezen wat je daar dan mee doet: je anders kleden, met een andere naam aangesproken worden of stappen zetten om van geslacht te veranderen. 
  • Jongeren vinden informatie en hulp bij Transgenderinfo.be, Lumi.be, Min19.be of Weljongniethetero.be, T-jong op Facebook.

Bespreek: aan wie en hoe zou ik het zeggen als ik me niet zo goed voel in mijn geboortegeslacht?  

  • Je kan hierover praten met iemand bij wie je je goed voelt.  
  • Bevraag de leerlingen over hoe ze zouden willen dat anderen met hen omgaan als ze zichzelf outen. 
  • Je kan ook terecht bij andere organisaties, zoals Lumi.beMin19.be of Weljongniethetero.be.

Tweede graad (14-16 jaar)

Gebruik hiervoor de inhoud uit de eerste graad. En vertrek vanuit de vragen van je leerlingen. 

Derde graad (16-18 jaar)

Gebruik hiervoor de inhoud uit de eerste graad. En vertrek vanuit de vragen van je leerlingen.

Bespreek: hoe kan ik me uiten als ik me niet helemaal mannelijk of vrouwelijk voel?  

  • Je kan je anders kleden. Je kan er ook veel bewuster voor kiezen. Zo zijn er bijvoorbeeld travestieten die thuis kledij dragen van het andere geslacht. Drag queens zijn dan weer mensen die op het podium graag spelen met de grenzen van mannelijkheid en vrouwelijkheid.  
  • Je kan er ook voor kiezen om je niets aan te trekken van wat de maatschappij verwacht, en om je niet als man of vrouw te kleden. Je kan beide combineren en je eigen stijl ontwikkelen.

Draag wat je wil, andere mensen hebben hier geen zaken mee, zolang het past binnen de context, bijvoorbeeld regels over kledij op school, op het werk of op een religieuze plaats.

Lesmateriaal over transgender

#SoWhat?! The gayme - spel

Educatief materiaal | Van 12 tot 15 jaar
AankopenDownloadenOntlenen

JEF jeugdfilms - lespakketten

Educatief materiaal | Van 6 tot 18 jaar
AankopenOnline bekijken

JEF biedt jeugdfilms en bijhorende lesmappen aan over relaties en seksualiteit voor lager en secundair onderwijs. Ook over seksuele oriëntatie.

Opleiding over seksuele voorlichting en opvoeding

Ben je leraar? Andere onderwijsprofessional? Ontdek alles over seksuele voorlichting, lesmaterialen en leerlijnen voor kleuter, lager en secundair onderwijs.

Hoe praat je over relaties en seksualiteit met cliënten, jongeren, anderstaligen? Maak kennis met de Onder 4 Ogen gespreksmethodiek.

Praktijkverhaal: Steffie maakt genderdiversiteit bespreekbaar

Steffie De Baerdemaeker is leraar lager onderwijs en werkte ook voor Çavaria. Zij vertelt hoe ze genderdiversiteit bespreekbaar maakt op school.