Hoe verloopt de communicatie over relationele en seksuele vorming tussen school en ouders? Dat wilden we graag weten. Sensoa had een levendig gesprek met leerkrachten Filip Bogaert en Evelien Saveries van het Sint-Janscollege Heiveld in Gent en ouders Ad en Sonnur. Beiden hebben kinderen die daar school lopen in het kleuter- en het lager onderwijs. Rode draad doorheen het gesprek: relationele en seksuele vorming is niet voor elke ouder vanzelfsprekend. Daar zijn beide leraren en de ouders het over eens.  

Als ouder met je kind over seks praten is moeilijk. “Kinderen willen er eigenlijk met hun ouders niet over praten, ze staan op hun privacy”, stellen de ouders. Soms is het moeilijk omdat ouders niet goed weten hoe ze daarover moeten praten of wat ze daarover moeten zeggen. 

Als er nog maar iets in de buurt komt van seksualiteit in het gesprek, is het al snel op een verontwaardigde toon van “Papa!” of “Mama!” en “Waar bemoei je je mee?” 
“De kinderen willen er met hun ouders niet over praten. Of ze zoeken het op via hun telefoon”, vult Sonnur aan. Ad ving ook gesprekken met de nichtjes over bepaalde zaken op. “Dus met leeftijdsgenoten kan het blijkbaar makkelijker”, denkt hij. 

Scholen hebben zeker een rol in de relationele en seksuele vorming

Iedereen vindt het wel belangrijk en nuttig dat de school een aantal zaken behandelt. Op school kunnen de kinderen de basis meekrijgen. Daarna kunnen de ouders er zelf verder op inspelen. 

Zo kunnen ze zich vinden in de lessen over biologische en technische aspecten: groei en ontwikkeling van jongen tot man, meisje tot vrouw, puberteit, natte dromen, enzovoort. Ook praten over menstruatie en menstruatieproducten vinden ze ok.  

“Wij kunnen daar dan op verder gaan. Maar meer moet dat niet zijn, laat de kinderen kinderen zijn” vindt Sonnur 

Ik vind het heel belangrijk dat er seksuele en relationele vorming gegeven wordt op school en daarbij zeker niet alleen het biologische aspect, maar ook het relationele.
Ouder Ad

"Op internet vinden ze inderdaad veel informatie, maar dat is vaak ofwel gekleurde informatie waarbij al dan niet bewust bepaalde zaken niet worden gezegd. Of het is zeer expliciet (beeld)materiaal dat inderdaad nog niet hoeft en nogal choquerend kan zijn op jonge leeftijd.  Of het is wel educatief en goed bedoeld, maar nog niet altijd op hun maat”, zegt Ad. 

Conclusie: ouders vinden het belangrijk dat de inhoud is afgestemd op de leeftijd van de kinderen en hebben daar elk een eigen idee over. 

Hoe communiceert de school met de ouders?

Leerkracht Filip legt uit: "De ouders worden geïnformeerd over de lessen relationele en seksuele vorming via een brief.” De ouders geven aan dat een brief niet voldoende is, want die kan verloren raken in boekentas.

De school-app kan daarnaast ook een goede manier zijn om ouders daarvan op de hoogte brengen. 

Filip haalt ook het werkboekje aan. Leerlingen werken daarmee, ook thuis. Zo kunnen ouders zien waar het over gaat in de lessen.

Sonnur: "Ik zou liever hebben dat de inhoud van het werkboekje ook wordt uitgelegd en getoond tijdens klasvergaderingen in het begin van het jaar. Wij krijgen dat boekje niet altijd te zien.”

Waarden zijn belangrijk

Als ouders weten wat er zal behandeld zal worden, halen ze zich ook geen verkeerde denkbeelden in het hoofd over waarover het zal gaan. 

Filip gaat verder: “De vraag bij die brief is wel: vermelden we de datum van de les relationele en seksuele vorming of niet? Want de ervaring leert dat bij een vermelding soms kinderen thuis worden gehouden.”  

We brengen de leerlingen geen opvattingen bij, we geven informatie en benadrukken het belang van waarden.
Leraar Filip 

En wat met vragen van de vijfde- en zesdejaars over homoseksualiteit of over mensen die zich niet thuis voelen in het geslacht van hun lichaam? Daar gaat Filip op in: “Ik benadruk waarden, zoals respect en verdraagzaamheid. Het is essentieel dat je iedereen met hetzelfde respect behandelt en dat je verdraagzaam bent. Maar ik ga niet zeggen aan de leerlingen dat ze bijvoorbeeld homoseksualiteit normaal moeten vinden.

Voor mij is het belangrijk dat men het anders zijn niet veroordeelt. We brengen de leerlingen geen opvattingen bij, we geven informatie en benadrukken het belang van waarden.” 

Uiteindelijk moet je als school wel duidelijk zijn over waar je voor staat en dat je daar ook voor gaat.
Leraar Filip

De vragen van kleuters

Juf Evelien gaat altijd in op de vragen van kleuters. “We vragen hen hun vraag te verduidelijken, zodat we weten wat ze willen weten. We laten hen ook eerst zelf antwoorden. Dan kunnen we het antwoord bijsturen indien nodig, extra informatie geven, aangeven wat niet juist is. Alles gebeurt steeds op hun maat. Tot nu toe kregen we daar nooit negatieve reacties op van ouders."

"We hebben niet echt geplande momenten bij de kleuters om dit soort onderwerpen te bespreken. Maar als we horen dat er een kleuter een broertje of zusje gaat krijgen, dan gaan we daar wel extra aandacht aan geven en daar met de kinderen rond werken. Als een juf zwanger is, leggen we dat uit aan de kindjes. Want het betekent dat de juf niet langer met de kleuters mag werken tot na de bevalling.” 

We zeggen wat waar is, daar kan je moeilijk iets op tegen hebben. Maar we gaan niet tot in detail.
Kleuterjuf Evelien

Lees verder onder de foto

Juf Evelien en leerkracht Filip

De schoolkrant informeert

De ouders geven ook aan dat een algemene communicatiestrategie van de school bijdraagt tot het vertrouwen. Zo pleiten de ouders zelf voor een proactieve communicatie, bijvoorbeeld over voorvallen op school.  

Filip: “Andere manieren waarop we ouders informeren is bijvoorbeeld de schoolkrant. Daarin komen artikels voor ouders over gender en seksueel bewustzijn en over wat we doen en waarom. Ook via de bibliotheek kunnen de leerlingen boekjes mee naar huis nemen. Uiteindelijk is dat ook een vorm van communicatie.” 

Goed communiceren tussen ouders en school betekent op de eerste plaats goed informeren.
Leraar Filip

Beroep doen op de ouders

In het schoolrapport staat, naast de klassieke vakken, als eerste ‘persoonlijke ontwikkeling’. Daarin evalueren de leraars de socio-emotionele ontwikkeling van het kind. Dat gaat bijvoorbeeld over het juist benoemen van de geslachtsorganen of het kunnen uitleggen van zaken die in het werkboekje staan. Zo weten de ouders dat ook. 

“En er is ook het ‘Ganzenbordspel’”, legt Filip uit.  “Daarin bespreken de leerlingen in groepjes verschillende topics en stellingen die met relaties en seksualiteit te maken hebben. Om dat goed te doen verlopen en te zorgen dat iedereen in die groepjes aan bod komt, doen we beroep op ouders-vrijwilligers. Zij begeleiden die de groepjes. Uiteraard zijn het niet de ouders van die leerlingen zelf.” 

“Enkele leerkrachten hebben ook een oefening gedaan samen met het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). We zaten samen met de ouders van kleuters en ouders van de eerste, de tweede en de derde graad. We hebben met hen besproken wat zij op die leeftijd wisten over seksualiteit en zo bepaald wat we als school daarrond gaan doen. Daaruit zijn onze werkmethodes ontstaan. Daarmee kan je goed horen wat er leeft bij de ouders, ook bij zij die daar geen voorstander van zijn. Het is wel weer een aantal jaren geleden. Want je hebt daar echt wel een trekker voor nodig die zich daarachter zet.” 

Meer informatie over communicatie ouders en school

Ouders en seksuele opvoeding op school

Gesprekstips voor leraren