Hoe bouw je een schoolcurriculum over seksualiteit en relaties uit dat aansluit bij de onderwijsdoelen van het Vlaams onderwijs?
- Voor kleuteronderwijs gebruik je de ontwikkelingsdoelen.
- Voor lager en secundair gebruik je de eindtermen.
Bekijk welke onderwijsdoelen aansluiten bij seksuele opvoeding.
Snel naar
Onderwijsdoelen, eindtermen en ontwikkelingsdoelen
Onderwijsdoelen zijn minimumdoelen die je moet verwerven om je persoonlijk te ontwikkelen, aan de maatschappij deel te nemen of door te stromen naar hoger onderwijs'. Onderwijsdoelen.be
Eindtermen zijn de verwachtingen van de overheid tegenover scholen en leerlingen.
Ontwikkelingsdoelen gelden voor het kleuteronderwijs en het bijzonder lager onderwijs. De leerlingen moeten ze niet per se bereiken, maar de school moet ze wel nastreven.
Kleuteronderwijs: onderwijsdoelen voor seksuele opvoeding
Het kleuteronderwijs werkt met ontwikkelingsdoelen. Ontwikkelingsdoelen zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes.
In de kleuterschool zijn vooral de ontwikkelingsdoelen binnen het leergebied ‘Mens en maatschappij’ relevant voor seksuele opvoeding.
Maar ook in het leergebied ‘Lichamelijke opvoeding’ vind je aanknopingspunten, bijvoorbeeld:
De kleuters;
- tonen een rustige aanwezigheid in het eigen lichaam, voelen de eigen grenzen en tonen een vertrouwdheid met de eigenheid van het lichaam (3.4);
- kunnen zich emotioneel uiten binnen aanvaardbare grenzen (3.8);
- kunnen in bewegingssituaties respectvol rekening houden met de veiligheid en de vermogens van andere kleuters en passen hun handelingen aan (3.9).
En ook in het leergebied ‘Wetenschappen en techniek’ vind je relevante ontwikkelingsdoelen terug, bijvoorbeeld:
De kleuters:
- kunnen in verband met voortplanting van mensen en dieren, illustreren dat een levend wezen voortkomt uit een ander levend wezen van dezelfde soort (1.5);
- kunnen illustreren dat de geboorte van mens en dier wordt voorafgegaan door een periode van gedragen worden door de moeder of door de ontwikkeling in een ei (1.6);
- kunnen in concrete situaties gedragingen herkennen die bevorderlijk of schadelijk zijn voor hun gezondheid (1.10);
- tonen goede gewoonten in hun dagelijkse hygiëne (1.11).
Lager onderwijs: onderwijsdoelen voor seksuele opvoeding
In het lager onderwijs gelden er eindtermen, verdeeld over verschillende leergebieden.
Leergebieden relevant voor seksuele opvoeding
In het lager onderwijs zijn vooral volgende leergebieden relevant voor seksuele opvoeding;
- Sociale vaardigheden.
- Mens en maatschappij.
Maar ook in volgende leergebieden vind je relevante doelstellingen:
- Lichamelijke opvoeding.
- Wetenschappen en techniek.
- ICT-vaardigheden.
Enkele voorbeelden
Bijvoorbeeld bij lichamelijke opvoeding:
Leerlingen:
- tonen spontaneïteit, expressiviteit en echtheid op een sociaal aanvaarde wijze (3.5);
- zien ongecontroleerde en ongewenste uitingen bij zichzelf in en zetten ze recht (3.6).
Bijvoorbeeld bij wetenschap en techniek:
- beseffen dat het nemen van voorzorgen de kans op ziekten en ongevallen vermindert (1.19);
- kunnen de hulp inroepen van een volwassene in een noodsituatie (1.20).
Bijvoorbeeld bij ICT-vaardigheden:
Jongeren sturen meer en meer sexy foto’s (door) in het secundair onderwijs en internetporno is erg makkelijk te vinden.
Werk daarom al in het lager onderwijs aan veilig en doelmatig internetgebruik met de leergebied-overschrijdende ‘ICT-vaardigheden’, bijvoorbeeld
Leerlingen:
- gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier (2);
- kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren (6);
- kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren (8).
Secundair onderwijs: onderwijsdoelen voor seksuele vorming
Secundair onderwijs werkte vroeger met eindtermen in de A-stroom en ontwikkelingsdoelen in de B-stroom. Vanaf 1 september 2019 werken zowel A als B-stroom met eindtermen.
Gezien de ontwikkeling en invoering van nieuwe eindtermen, lopen veel scholen momenteel nog een dubbel spoor. Ze bereiden zich voor op de nieuwe eindtermen, maar moeten voorlopig nog werken met de bestaande eindtermen.
De eindtermen moeten expliciet vermeld staan in de nieuwe leerplannen van de onderwijskoepels. Als je met je school met zo’n leerplan werkt, dan werk je automatisch ook aan alle eindtermen op een manier die overeenstemt met de pedagogische visie van je onderwijskoepel.
1e graad secundair onderwijs: specifiek over seksualiteit
De eindtermen voor de eerste graad zijn in voege sinds 1 september 2019.
Eindtermen 1.7 en 1.8 gaan specifiek over seksualiteit:
- 1.7. De leerlingen verklaren mentale en lichamelijke ontwikkelingen binnen de puberteit.
Conceptuele kennis
- Morfologische ontwikkelingen binnen de puberteit.
- Gepercipieerd lichaamsbeeld versus ideaalbeeld.
- Seksuele oriëntatie, identiteit en gender.
- 1.8. De leerlingen beschrijven hoe om te gaan met relationele en seksuele gezondheid en integriteit.
Conceptuele kennis
- Seksueel en relationeel gedrag, met aandacht voor toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, passend bij de leeftijd, passend in de context, impact.
- Relationele en seksuele ontwikkeling en beleving.
- Organisaties voor informatie en hulpverlening.
- Vruchtbaarheid, anticonceptie, preventie van soa's.
Let op: deze eindtermen zijn resultaatsgebonden. Je moet als school dus kunnen aantonen dat je leerlingen deze eindtermen bereikt hebben aan het eind van de eerste graad.
- - Andere relevante eindtermen voor de 1e graad secundair
Eindtermen over mediawijsheid
Ook eindtermen 4.5, 4.6 en 4.7 over mediawijsheid bevatten goede aanknopingspunten voor seksuele opvoeding:
- Rol van de media in beeldvorming van werkelijkheid.
- Privacyregels (eindterm basisgeletterdheid of BG, staat voor ‘eindterm basisgeletterdheid’. Deze eindtermen moeten niet op populatieniveau, maar bij élke leerling behaald zijn.
- Ethisch en sociaal aanvaardbare gedragsregels binnen de context van het medium, het publiek en de wettelijke bepalingen (BG).
- Invloed van mediagebruik op eigen en andermans mentale en fysieke gezondheid.
- Beveiligingsrisico's en privacyaspecten eigen aan de leeftijdsgroep (BG).
- Digitale identiteit (e-identiteit en e-reputatie)(BG).
- Eigen mediagedrag (BG).
Eindterm over voortplanting
Via eindterm 6.30 (A-stroom) en 6.16 (B-stroom) werk je aan de biologische kennis van de voortplanting. Let op: seks is niet hetzelfde als voortplanting. Hoewel je leerlingen perfect kunnen weten hoe de voortplanting werkt, zijn ze waarschijnlijk nog op zoek naar antwoorden op hun seksuele vragen, zoals bijvoorbeeld:
- Doet de eerste keer pijn?
- Hoe hebben lesbiennes seks?
- Kunnen vagina’s geluiden maken tijdens seks?
- Kun je een operatie laten doen waardoor je terug maagd wordt?
Besteed dus ook voldoende aandacht aan de beleving van seksualiteit, bijvoorbeeld via eindtermen 1.7 en 1.8.
Eindtermen over sociaal-relationele competenties
Ook in de eindtermen onder 5. Sociaal-relationele competenties vind je veel doelen die je kan toepassen op relaties en seksualiteit. Onthoud dat algemene vaardigheden rond bijvoorbeeld assertiviteit, onderhandelen of grenzen aangeven niet zomaar toepasbaar zijn op intieme, seksuele situaties.
Onderhandelen over geld met klasgenoten is niet hetzelfde als onderhandelen over een condoom met je partner. Gebruik dus ook voldoende expliciet seksuele voorbeelden om deze vaardigheden in te oefenen.
Bekijk de eindtermen voor de eerste graad secundair onderwijs
2e graad secundair onderwijs: specifiek over seksualiteit
- Voor derde jaar: de eindtermen gelden vanaf schooljaar 2021-2022 tot en met 2024-2025.
- Voor vierde jaar: de eindtermen gelden vanaf schooljaar 2022-2023 tot en met 2024-2025.
Er zijn 2 eindtermen die specifiek over seksualiteit gaan: eindterm 1.7 en 1.8.
- 1.7. De leerlingen analyseren aan de hand van concrete situaties verschillende weerbare reacties op handelingen die in strijd zijn met de seksuele gezondheid en integriteit.
Conceptuele kennis
- "Integriteit: de betekenis en het belang ervan".
- "Risicovolle fenomenen zoals grensoverschrijdende sexting, tienerpooiers (ook wel loverboys genoemd), gebruik van verslavende middelen, onrealistische verwachtingen door beeldvorming, sociale druk.
Procedurele kennis
- "Toepassen van strategieën om grenzen te stellen en te bewaken via aanvaardbaar verbaal en non-verbaal gedrag zoals het Vlaggensysteem".
- "Toepassen van criteria van integriteit: aandacht voor toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, passend bij de leeftijd, passend bij de context, impact".
- 1.8. De leerlingen analyseren aan de hand van concrete situaties seksuele en relationele integriteit.
Conceptuele kennis
- Integriteit: de betekenis en het belang ervan.
- Seksuele geaardheid en voorkeur.
- Belang van duidelijke communicatie en afspraken in een intieme relatie.
- Verschillende verwachtingen bij leeftijdsspecifieke ervaringen zoals verliefdheid, de eerste seksuele ervaring.
- Emoties van verliefdheid, liefde, afwijzing en liefdesverdriet.
- Verschillende soorten intieme relaties: een losse relatie, een vaste relatie, een open relatie, een huwelijk.
- Genderrollen, gendergelijkheid en vrije partnerkeuze.
- Organisaties voor informatie en hulpverlening.
Procedurele kennis
- Toepassen van criteria van integriteit: aandacht voor toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, passen bij de leeftijd, passen bij de context, impact.
Let op: deze eindtermen zijn resultaatsgebonden. Je moet als school dus kunnen aantonen dat je leerlingen deze eindtermen bereikt hebben aan het eind van de tweede graad.
Zoek je inspiratie over hoe je deze eindtermen concreet kan gaan invullen? Gebruik dan onze leerlijnen.
- - Andere relevante eindtermen voor 2e graad secundair
Enkele eindtermen gaan niet expliciet over relaties of seksualiteit, maar kunnen wel een sterke invloed hebben op jongeren hun seksuele gezondheid.
Mediawijsheid
Eindtermen 4.6, 4.7 en 4.8 zijn eindtermen van sleutelcompetentie 4: digitale competentie en mediawijsheid. Ze zijn transversaal, en zijn dus te behalen door aan andere onderwerpen te werken, bijvoorbeeld online sociale vaardigheden, schoonheidsidealen in reclame, sexting, of porno.
- "De leerlingen passen regels van de digitale wereld toe ...” (4.7).
- "De leerlingen evalueren mogelijkheden en risico's van hun mediagedrag en dat van anderen ...” (4.8).
Sociale en relationele vaardigheden
De eindtermen binnen sleutelcompetentie 5: sociaal-relationele competenties zijn attitudinaal. Je hoeft dus niet te bewijzen dat je leerlingen ze behaald hebben, maar moet hier wel inspanningen voor leveren.
Ze zijn ook transversaal, je behaalt ze dus best door rond andere onderwerpen te werken in plaats van er een aparte les aan te wijden.
Het zijn enkele basisvaardigheden en -attitudes die vervat zitten in elke goede relationele en seksuele vorming: zoals grenzen respecteren en aangeven, omgaan met verschillen, pestgedrag tegengaan.
Voortplanting
In sleutelcompetentie 6: Wiskunde, Wetenschappen, Technologie en STEM is er aandacht voor de biologische kant van voortplanting. "De leerlingen bespreken bij de mens de bevruchting en factoren die de ontwikkeling van embryo en foetus beïnvloeden."
- voor ASO, KSO, TSO finaliteit doorstroom: eindterm 6.43;
- voor KSO, TSO dubbele finaliteit: eindterm 6.24;
- voor BSO: eindterm 6.11.
Burgerschap
Binnen sleutelcompetentie 7: burgerschapscompetenties is het geen vereiste om rond seksualiteit te werken. Je kan wel makkelijk seksualiteit gebruiken als case om deze eindtermen te bereiken. Seksualiteit is immers ook een deel van burgerschap (sexual citizenship).
"De leerlingen lichten toe hoe persoonlijke identiteiten zich verhouden tot verschillende groepsidentiteiten..." (7.1) Je meerlagige identiteit bestaat ook uit seksuele componenten die wederzijds beïnvloed worden door je andere deelidentiteiten en groepsidentiteiten, onder andere je geslacht en genderidentiteit, je seksuele oriëntatie, je seksuele ervaring en beleving.
“De leerlingen lichten de betekenis en het belang van duurzame ontwikkeling toe ...” (7.13) Duurzaam Ontwikkelingsdoel 5 gaat over gendergelijkheid, maar ook SDG 16 bevat een indicator waarmee je bijvoorbeeld over straatintimidatie of catcalling kan werken. Indicator: ‘Percentage of population who feel safe walking alone at night in the city or area where they live.‘
Mensenrechten en Kinderrechten
“De leerlingen onderzoeken concrete situaties met betrekking tot mensenrechten...” (7.18).
Jongeren hebben volgens het Mensrechtenverdrag en het Kinderrechtenverdrag het recht op informatie, recht op privacy, recht op bescherming tegen geweld, recht op een eigen mening, recht op zorg.
Deze rechten gelden ook voor de seksuele sfeer. Daar noemen we ze seksuele en reproductieve rechten. Bijvoorbeeld het recht op correcte seksuele informatie, het recht te beslissen of en wanneer je kinderen wil, het recht om vrij van seksueel geweld te leven.
Bekijk de eindtermen voor de tweede graad secundair onderwijs
3e graad secundair onderwijs: specifiek over seksualiteit
- Voor vijfde jaar: de eindtermen gelden vanaf schooljaar 2023-2024 tot en met 2024-2025.
- Voor zesde jaar: de eindtermen gelden in 2024-2025.
De eindtermen rond seksualiteit zijn dezelfde voor alle finaliteiten, tenzij anders aangegeven. Ze maken deel uit van de basisvorming en gelden dus voor alle leerlingen, ongeacht hun studierichting.
Er is in de derde graad één eindterm die specifiek over seksualiteit gaat.
- 1.7. De leerlingen lichten relationele en seksuele diversiteit toe.
Conceptuele kennis
- Seksueel genot.
- Verschillen in relationele en seksuele beleving, gedrag en verwachtingen.
- Genderidentiteit.
- Seksuele geaardheid en voorkeur.
- Soorten relaties zoals vriendschapsrelaties, gezinsrelaties, liefdesrelaties, seksuele relaties.
Met inbegrip van context
- "Deze eindterm wordt gerealiseerd rekening houdend met wet- en regelgeving met betrekking tot seksualiteit...”
Let op: deze eindtermen zijn resultaatsgebonden. Je moet als school dus kunnen aantonen dat je leerlingen deze eindtermen bereikt hebben aan het eind van de derde graad.
Zoek je inspiratie over hoe je deze eindtermen concreet kan gaan invullen? Gebruik dan onze leerlijnen.
- - Andere relevante eindtermen voor 3e graad secundair
Daarnaast zijn er enkele eindtermen die niet expliciet over relaties of seksualiteit gaan, maar die wel een sterke invloed kunnen hebben op de seksuele gezondheid van jongeren.
Mediawijsheid
Eindtermen 4.7 en 4.8 zijn eindtermen van sleutelcompetentie 4: Digitale competentie en mediawijsheid. Ze zijn transversaal, en zijn dus te behalen door aan andere onderwerpen te werken, bijv. online sociale vaardigheden, schoonheidsidealen in reclame, sexting, of porno.
- "De leerlingen beoordelen kritisch wederzijdse invloeden tussen enerzijds het individu en anderzijds media, digitale infrastructuur en digitale toepassingen ..." (4.7).
- "De leerlingen passen regels van de digitale wereld toe ..." (4.8).
Sociale en relationele vaardigheden
De eindtermen binnen sleutelcompetentie 5: Sociaal-relationele competenties zijn transversaal en attitudinaal. Je hoeft dus niet te bewijzen dat je leerlingen ze behaald hebben, maar moet hier wel inspanningen voor leveren.
Je behaalt ze ook best door rond andere onderwerpen te werken in plaats van er een aparte les aan te wijden. Het zijn enkele basisvaardigheden en -attitudes die vervat zitten in elke goede relationele en seksuele vorming, zoals grenzen respecteren en aangeven, omgaan met verschillen, pestgedrag tegengaan.
Voortplanting
In sleutelcompetentie 6: Wiskunde, Wetenschappen, Technologie en STEM is er aandacht voor de biologische kant van voortplanting. "De leerlingen leggen de hormonale regeling van de vruchtbaarheid en zwangerschap bij de mens uit."
- voor ASO, KSO, TSO: finaliteit doorstroom: eindterm 6.29;
- voor KSO, TSO - dubbele finaliteit: eindterm 6.13;
- voor BSO: eindterm 6.11.
Burgerschap
Binnen sleutelcompetentie 7: burgerschapscompetenties is het geen vereiste om rond seksualiteit te werken. Je kan wel makkelijk seksualiteit gebruiken als case om deze eindtermen te bereiken. Seksualiteit is immers ook een deel van burgerschap (‘sexual citizenship’).
Diversiteit en discriminatie
Eindtermen 7.1, 7.4, 7.5 en 7.6 gaan over hoe we als individuen en groepen omgaan met diversiteit en discriminatie. Er zijn seksuele (minderheids)groepen met wie we als samenleving rekening moeten houden. Zoals LGTBIQ+, mensen die leven met hiv, kwetsbare jongeren, ouderen, mensen met een beperking. Ze ervaren vaker vooroordelen en discriminatie, en hebben vaak minder macht om hun seksuele gezondheid vorm te geven.
“De leerlingen illustreren hoe systeemdenken kan worden toegepast op duurzaamheidskwesties ...” (7.12).
Duurzaam Ontwikkelingsdoel 5 gaat over gendergelijkheid, maar ook Duurzaam Ontwikkelingsdoel 16 bevat een indicator warmee je bijvoorbeeld over straatintimidatie of catcalling kan werken. Indicator: ‘Percentage of population who feel safe walking alone at night in the city or area where they live.'
Mensenrechten en Kinderrechten
“De leerlingen komen op voor de eerbiediging van de rechten van de mens en het kind en voor sociale rechtvaardigheid. (attitudinaal)” (7.15) Jongeren hebben volgens het Mensenrechtenverdrag en het Kinderrechtenverdrag het recht op informatie, recht op privacy, recht op bescherming tegen geweld, recht op een eigen mening, recht op zorg.
Deze rechten gelden ook voor de seksuele sfeer, daar noemen we ze seksuele en reproductieve rechten. Zoals het recht om te beslissen of en wanneer je kinderen wil, het recht om vrij van seksueel geweld te leven.
Eindtermen voor de 3e graad secundair die nu nog gelden
In de derde graad gelden nog de ‘oude’ eindtermen van 2010. Die maken nog het verschil tussen vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen (VOETen). De curricula zijn ook verschillend tussen de onderwijstypes (ASO/BSO/KSO/TSO).
Vakgebonden eindtermen
In de vakgebonden eindtermen bevindt relationele en seksuele vorming zich voornamelijk in de derde graad bij het vak natuurwetenschappen (ASO, TSO, KSO) en het Project Algemene Vakken (PAV).
Vakoverschrijdende eindtermen (VOETen)
De meeste eindtermen rond seksualiteit staan onder de VOETen. Die ondersteunen jongeren om hun persoonlijke leven uit te bouwen en maken er kritisch-creatieve burgers van.
- De VOETen gelden voor heel het secundair onderwijs.
- De school kan de VOETen nastreven met meerdere vakken of projecten.
- Ze geven je ook de kans om maatschappelijk relevante inhouden te behandelen die minder aan bod komen in de afzonderlijke vakken.
De VOETen bevatten een gemeenschappelijke stam en 7 contexten. De eindtermen in de stam gaan over algemene competenties: communicatievermogen of kritisch denken bijvoorbeeld.
Met name mediawijsheid, respect, verantwoordelijkheid, zelfbeeld vinden rechtstreeks aansluiting bij relationele en seksuele vorming.
De eindtermen uit de contexten gaan over bepaalde topics. Sommige daarvan kan je toepassen op relaties en seksualiteit:
context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid;
context 2: mentale gezondheid;
context 3: socio-relationele ontwikkeling;
context 5: politiek-juridische samenleving;
context 7: socioculturele samenleving.
Examen hoeft niet, inspanning leveren wel
Je leerlingen hoeven geen examen af te leggen over de VOETen, maar je moet wel een inspanning leveren.
Je kan zelf kiezen hoe je daaraan werkt: via seminaries, projectweken, terugkerende lessen, een bezinning op verplaatsing, alles kan.
Buitengewoon basis- en secundair onderwijs: eindtermen
In het buitengewoon onderwijs kiest het lerarenteam via een handelingsplanning welke onderwijsdoelen ze willen nastreven bij een bepaalde leerling of groep.
Voor bepaalde types en opleidingsvormen (OV) zijn er ontwikkelingsdoelen waaruit je kan kiezen.
Voor opleidingsvorm 4 (OV4) gelden de eindtermen en ontwikkelingsdoelen van het gewone onderwijs.
Bekijk de eindtermen voor het buitengewoon kleuter en lager onderwijs
Bekijk de eindtermen voor het buitengewoon secundair onderwijs
Ontwikkelingsdoelen relationele en seksuele vorming OKAN
Voor de onthaalklassen anderstalige nieuwkomers (OKAN) gebruik je de algemene doelen 20.1, 21.1, 21.2, 21.7, 21.8 en 21.9 in de ontwikkelingsdoelen OKAN.
Laat relationele en seksuele vorming regelmatig terugkeren
Voor alle eindtermen en ontwikkelingsdoelen geldt: laat relationele en seksuele vorming regelmatig terugkeren. Kinderen en jongeren hebben bij het opgroeien telkens weer nieuwe vragen over deze thema's. Bekijk met de andere leraren op je school wie wat opneemt.
Bekijk de lesthema's en tips voor seksuele opvoeding
Lees hoe je een beleid rond seksuele opvoeding start op je school
Bekijk het overzicht van alle onderwijsdoelen Vlaams onderwijs