Het Sensoa Vlaggensysteem gebruikt 6 criteria waarmee je seksueel gedrag objectiever kan inschatten. De criteria helpen je ook om het gedrag bespreekbaar te maken en er gepast op te reageren. Op basis van je inschatting, geef je daarna een vlag aan het gedrag of aan de situatie.

De zes criteria zijn: 

  1. Wederzijdse toestemming 
  2. Vrijwilligheid 
  3. Gelijkwaardigheid 
  4. Ontwikkelings- of functioneringsniveau 
  5. Context 
  6. Impact

De 6 criteria van het Sensoa Vlaggensysteem in detail 

1. Wederzijdse toestemming 

Seksueel gedrag is oké als alle betrokkenen duidelijk akkoord gaan en zich prettig voelen.  

Akkoord gaan kan expliciet (bijvoorbeeld door mondelinge toestemming) of impliciet (bijvoorbeeld door terug te flirten). Het is belangrijk dat iedereen begrijpt wat er voorgesteld wordt én wat de gevolgen zijn. Toestemming geven kan dus enkel in een vrijwillige situatie.   

“Ik voel me oké en ik kan het zeggen als ik iets niet wil.” 

“Ik vraag aan de ander of die zich oké voelt.” 

“Als mijn partner iets niet wil, dan moet ik dat respecteren.” 


Enkele aandachtspunten: 

  • Niet 'nee' zeggen of je niet verzetten, betekent niet dat je toestemming geeft. 

  • Toestemming wordt vaak non-verbaal gegeven. 

  • Toestemming kan je op elk moment intrekken, ook zonder reden. 

  • Toestemming vraag je voor het seksueel gedrag en niet pas achteraf. 

  • Het is onmogelijk om toestemming te geven als het gedrag je per verrassing overkomt. 

  • Soms stemt iemand toe om ‘erger te voorkomen’. Het kan voor die persoon aanvoelen alsof weigeren net zou kunnen leiden tot verkrachting of geweld. 

  • Het is moeilijk om het criterium ’toestemming’ in te schatten bij personen met een beperkt taalvermogen en taalbegrip. Voer dan het gesprek met de betrokkenen nog zorgvuldiger, zodat je suggestieve vragen en sociaal wenselijke antwoorden kan vermijden. Maak duidelijk dat je niet boos zal worden en probeer het incident zo open mogelijk te bespreken.  

    Vul de gesprekken ook aan met observaties, liefst op het moment zelf, maar ook na afloop. Zijn er signalen dat de persoon zich niet goed voelt, is er sprake van trauma? 

    Werk steeds met een zo open mogelijke blik: het is ook mogelijk dat de persoon heeft toegestemd. Probeer te achterhalen wat er eventueel is fout gelopen, of er sprake is van onduidelijke of afwezige signalen. Dit geeft een aanwijzing over onderliggende leernoden waar je aan kan werken.  

 

2. Vrijwilligheid 

Seksueel gedrag is oké als er geen druk of dwang is.  

Vrijwilligheid betekent dat niemand wordt gedwongen, overhaald of onder druk wordt gezet. 

Dit is ook onvrijwillig seksueel gedrag: 

  • subtiele dwang en druk: iemand overhalen tot seks of manipulaties waarvan iemand zich pas later bewust wordt 
  • verleiding 
  • beloning en beloftes, bijvoorbeeld geld of promotie 
  • dreiging 
  • chantage 
  • geweld  

“Ik doe het alleen omdat ik het zelf wil. Niet voor een beloning, om iemand een plezier te doen of om te vermijden dat die boos wordt.”  

“Ik mag niet aandringen voor een kusje bij mijn speelvriendje als die niet wil.” 
 

Enkele aandachtpunten: 

Subtiele vormen van druk en dwang zijn niet altijd zichtbaar. Bevraag daarom de betrokkenen: zij kunnen de situatie vaak het best beoordelen. 

Iemand kan ook instemmen om een negatieve of boze reactie te voorkomen. Dat gebeurt vaak wanneer iemand in het verleden al zo'n slechte ervaringen had. 

 

3. Gelijkwaardigheid 

Seksueel gedrag is oké als alle betrokkenen gelijkwaardig zijn.  

We spreken van gelijkwaardigheid als alle betrokkenen aan elkaar gewaagd zijn. Er is geen groot verschil in aantal (tussen de betrokkenen), autoriteit, macht, (werk)ervaring, intelligentie, leeftijd, fysieke, cognitieve of emotionele ontwikkeling. Wanneer er een ongelijke machtsverhouding is, kan daar misbruik van gemaakt worden. 

“Ik maak geen misbruik van mijn macht of gezag.”  

“Er wordt geen misbruik gemaakt van mijn afhankelijkheid.” 
 

Enkele aandachtspunten: 

Als er twijfel is over de gelijkwaardigheid, stel je best ook toestemming en vrijwilligheid in vraag. 

Als er een volwassene bij de situatie betrokken is, is die verantwoordelijk. Er is altijd een ongelijkwaardigheid tussen een volwassene en een kind of jongere. Het is belangrijk dat de volwassene geen misbruik maakt van die structurele ongelijkwaardigheid. Zelfs bij toestemming en vrijwilligheid van de jongere is seksueel gedrag met een volwassene nooit oké omdat dit beschadigend kan zijn voor de jongere persoon. 

Bij sommige kinderen en jongeren is er een verschil tussen hun kalenderleeftijd en hun ontwikkelingsniveau. Sommige kinderen en jongeren met autisme bijvoorbeeld hebben een veel jonger emotioneel ontwikkelingsniveau.   

Personen met een beperking of die afhankelijk zijn van iemand anders met macht, worden vaak minder gehoord, minder geloofd en minder serieus genomen. Het is dus belangrijk voor personen in machtsposities om vanuit hun positie waakzaam te zijn op mogelijk voorrecht en discriminatie van personen in een lagere positie.   

 

4. Passend bij het ontwikkelings- en functioneringsniveau 

Kinderen en jongeren: 

Seksueel gedrag is oké als het past bij een bepaalde leeftijd of ontwikkelingsfase.  

Bij kinderen en jongeren bekijk je welk gedrag je op welke leeftijd kan verwachten. De normatieve lijst helpt je hierbij door het gedrag van kinderen en jongeren te bekijken en te evalueren vanuit hun ontwikkelingsniveau.  

“Ik doe alleen dingen waar ik niet te oud of te jong voor ben.” 

“Mijn gedrag past bij mijn leeftijd of ontwikkelingsfase.”  
 

Aandachtspunt: 

Kinderen ontwikkelen geleidelijk en niet iedereen ontwikkelt volgens hetzelfde tempo. Er zijn verschillende aspecten aan ontwikkeling, zoals: emotionele, cognitieve en fysieke ontwikkeling. Merk je verschillen op tussen die aspecten? Dan kan er sprake zijn van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel.  
 

Volwassenen: 

Seksueel gedrag is oké als het past bij het functioneringsniveau.  

Bij volwassenen gaan we ervan uit dat ze de algemeen geldende sociale regels kennen én in staat zijn om die te respecteren. Het zijn omgangsvormen binnen een samenleving die iedereen kent en toepast. Als dat zo is, is het functioneringsniveau oké. Respecteert de persoon de sociale regels niet, dan beoordelen we het functioneringsniveau als niet oké. 

Er kunnen ook onderliggende redenen zijn waarom het functioneringsniveau van de persoon in vraag wordt gesteld. Zoals: depressie, een manische episode, burn-out, middelengebruik zoals alcohol en drugs, trauma of beperking. 

“Ik ben een bekwame volwassene, ik ben toerekeningsvatbaar en heb voldoende zelfsturing en ben in staat in te schatten of dit gedrag oké is voor mij of de anderen.”  

“Ik kan instaan voor de gevolgen van mijn handelingen.“ 
 

Enkele aandachtspunten: 

Niet elke volwassene maakt dezelfde emotionele en seksuele levensloop mee. Er zijn grote overeenkomsten, maar er kunnen ook grote verschillen zijn. 

Twijfel je of het seksueel gedrag past bij het moment in de levensloop? Dan is het belangrijk om de persoon te begeleiden, om zo beter in te schatten:  

  • wat die persoon aankan 
  • wat oké is voor het functioneringsniveau en draagkracht van de persoon 
  • welke specifieke ondersteuning er nodig is om obstakels te overkomen 

Soms nemen je eigen angsten en vooroordelen de bovenhand en zie je eerder problemen dan mogelijkheden of kansen. Daarom is het belangrijk om niet in te vullen voor een ander en de vraag te stellen: is iemand in staat om op dit moment en in deze context dit specifiek gedrag zonder probleem te vertonen?

Wanneer mensen onder invloed zijn van drugs of alcohol, komen de criteria van het Vlaggensysteem onder druk te staan.  

  • Alcohol en drugs kunnen een pleger meer durf geven. Mensen die onder invloed zijn, schatten signalen sneller in als toestemming en zijn zich minder bewust van hun eigen gedrag. Dat is geen verzachtende omstandigheid: het grensoverschrijdend gedrag blijft even ernstig. 
     
  • Als een slachtoffer onder invloed is, kan het moeilijker zijn om grenzen te voelen en aan te geven. Bij zware intoxicatie is het niet mogelijk om vrijwillig toe te stemmen, op dat moment staat ook het functioneringsniveau onder druk. 

Werden er alcohol of drugs gebruikt? Bekijk dan of de betrokkenen nog helder konden denken en of ze hun gedrag nog konden controleren, wanneer je de ernst van het gedrag inschat. Als één of meer criteria niet duidelijk zijn of niet oké zijn, wordt het gedrag grensoverschrijdend. 

Houd ook in je reactie rekening met het middelengebruik. Neem het op in de leernoden van de pleger: begrijp je de impact van het gebruik van alcohol of drugs? Wat kan je helpen om het gebruik onder controle te houden? Hoe ga je als persoon om met andere mensen die middelen hebben gebruikt? Hoe schat je in of anderen nog toestemming kunnen geven? 

Het is niet de bedoeling dat groene vlaggen onmogelijk haalbaar zijn voor personen met een beperking. Functioneringsniveau gaat om het functioneren tijdens het incident: kent de persoon de sociale regels en heeft deze persoon die regels gerespecteerd? Dan is het functioneringsniveau oké, ook bij mensen met een verstandelijke beperking.  

 

5. Gepast voor de context 

Seksueel gedrag is oké als het gedrag aangepast is aan de situatie en omstandigheden.  

Gezond seksueel gedrag gebeurt altijd in een context die algemeen maatschappelijk aanvaard is, met privacy voor alle betrokkenen.  

Op een openbare plaats waar anderen aanwezig zijn, gelden bijvoorbeeld de regels van de openbare zeden. Die regels gelden voor het ontbloten van geslachtsdelen en borsten; en het vertonen van expliciet seksueel gedrag zoals gebaren, woorden, bewegingen en tekeningen. In intieme kring of in alle privacy, waar je niemand stoort, kan de context voor dat gedrag wel oké zijn. 

“Past het gedrag in deze situatie, is er voldoende privacy?” 

“Niemand kan zich storen aan mijn gedrag.” 
 

Enkele aandachtspunten: 

In een cultureel diverse samenleving hebben mensen verschillende normen. De visie op seksueel gedrag kan daardoor sterk verschillen. 

Wat gepast is voor de context is ook plaats- en tijdafhankelijk. Zo mag je thuis naakt rondlopen, maar is dat ook zo als de postbode aanbelt of als je dit op straat doet? 

Stel een gedragscode op als organisatie. Zo is het voor iedereen duidelijk welk gedrag gepast is binnen de werkcontext

Er bestaan meningsverschillen over wat gepast gedrag is voor bepaalde contexten. In een sauna gelden specifieke regels rond aanrakingen en staren, maar kent iedereen deze regels? Sommige professionals vinden elke ruimte buiten een slaapkamer onacceptabel voor seksualiteit, anderen begrijpen dat een fietsenhok of de bosjes voor jongeren en volwassenen ook spannende plekken kunnen zijn om seks te hebben. 

Online, bijvoorbeeld op sociale media, is het onderscheid tussen privé en publiek niet altijd helder. Het is vaak moeilijk te controleren. Pikante privébeelden en informatie delen zonder toestemming, voelt vaak zeer grensoverschrijdend aan, omdat het in een online context een heel breed bereik heeft. 


6. Impact 

Seksueel gedrag is oké als de betrokkenen zichzelf en anderen geen schade toebrengen op lichamelijk, psychologisch en emotioneel vlak.  

Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag kan er sprake zijn van schade. Die schade kan fysiek zijn (bv. wondjes, kwetsuren), psychologisch (bv. schaamte, angst) of sociaal (bv. isolatie).  

Ook als je zelf over iemands grenzen gaat, kan je jezelf schaden. Je riskeert een klacht, reputatieschade, schuldgevoelens of het kan je relatie schaden.  

Er kan ook een negatieve impact zijn als je geen intentie had om te schaden. Wanneer je grensoverschrijdend gedrag stelt en met opzet een persoon schaadt, zullen de gevolgen zwaarder zijn. 

Er zijn een aantal factoren die de negatieve impact groter maken: 

  • Intensiteit en intimiteit: is het gedrag verbaal of non-verbaal? Gaat het over intieme aanrakingen? Hoe intiemer het gedrag, hoe ernstiger de impact.  
  • Frequentie: als het ongewenste gedrag meerdere keren voorkomt, is de impact ernstiger. 
  • Angst: als het slachtoffer angst ervaart, is de impact ernstiger. 
  • Bereik: hoeveel mensen zijn betrokken en op de hoogte van het seksueel grensoverschrijdend gedrag? Als er veel mensen betrokken zijn, kan het effect ernstiger zijn. Bijvoorbeeld omdat ze ook mee te doen aan het seksueel grensoverschrijdend gedrag. 

“Doe ik mezelf of de anderen geen schade aan, zijn er geen negatieve gevolgen te verwachten?” 

“Het gedrag houdt geen grote risico’s in of heeft geen schade op fysiek, emotioneel of sociaal vlak als gevolg voor elke betrokkene.” 

 

Enkele aandachtspunten: 

Psychologische of sociale schade kan soms pas later ontstaan door afwijzing, vernedering, schaamte, schuld, uitsluiting, pesterijen of risico op een wraakactie.  

We verwachten soms onterecht dat sommige groepen geen nood hebben aan seksualiteit en intimiteit, bijvoorbeeld mensen met een beperking of ouderen. Door hen seksualiteit te ontzeggen kunnen er negatieve gevolgen ontstaan. 

Mensen kiezen soms bewust om een risico aan te gaan, vanuit een bepaalde behoefte. Een risico nemen kan soms een groeimogelijkheid zijn en hoeft dus niet altijd negatief te zijn. Zo kan online flirten volgens velen een negatieve impact hebben, maar kan het risico evengoed positief uitdraaien. We mogen dus niet elke situatie vooraf negatief beoordelen omdat er een risico aan verbonden kan zijn.   

 

Hoe beoordeel je de criteria bij een situatie?  

Deze stappen zet je bij het duiden, beoordelen en reageren met behulp van de criteria en de tekeningen op de situatiekaarten:  

  1. Wat zie je?   

  1. Wie doet wat? Wie beoordelen we? Je kan aanvullend ook de andere perspectieven bekijken en evalueren.  

  1. Doorloop en beargumenteer elk criterium. 

  1. Geef een score aan elk criterium:  

  • +: het criterium is oké. 
  • +/-: het criterium is twijfelachtig, wordt licht overschreden of is voor sommige betrokkenen oké en voor anderen niet.  
  • -: het criterium is niet oké.  
  • ?: er is onvoldoende informatie. Je weet het niet.  
  • n.v.t.: niet van toepassing.  

5. Op basis van de beoordeling van de criteria, geef je een vlag aan de situatie of aan het gedrag: 

  • Een situatie krijgt een groene vlag als alle criteria oké zijn. We beoordelen het gedrag als normaal seksueel gedrag. 
     
  • Een situatie krijgt een gele, rode of zwarte vlag als één of meerdere criteria niet oké zijn. 
    • Een gele vlag geven we aan licht seksueel grensoverschrijdend gedrag;  
    • Een rode vlag geven we aan zwaar seksueel grensoverschrijdend gedrag;  
    • Een zwarte vlag geven we aan zeer ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag.  

De vlag is géén optelsom van alle criteria. Bekijk de ernst van het gedrag, eerder dan het aantal criteria dat (niet) oké is op te tellen. 

  1. Hoe zou je reageren? Gebruik de reactiewijzer van het Sensoa Vlaggensysteem om als professional op korte termijn te reageren tegenover de betrokkenen.  

Aandachtspunten bij het toepassen van de criteria 

  • Beoordeel steeds het gedrag van de persoon en niet de persoon zelf.   
  • Beoordeel het gedrag van de persoon tijdens deze situatie en niet alle andere gedragingen van de persoon. 
  • Evalueer steeds het gedrag van één persoon per keer. Begin bij de initiatiefnemer of de meest verantwoordelijke van het gedrag; bijvoorbeeld de oudste, intelligentste of actiefste. Je kan de criteria daarna toepassen op de andere betrokkenen en zo achterhalen hoe ze hun gedrag moeten aanpassen of wat ze moeten leren.   
  • Overloop altijd eerst alle criteria, ook al zegt je buikgevoel dat het een rode of zwarte vlag is.  Nadien kan je pas een vlag toekennen.  
  • Er is geen vaste volgorde om de criteria te doorlopen. De eerste drie criteria (wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid) krijgen wel een groter gewicht in de beoordeling: beoordeel deze criteria vanuit het perspectief van alle betrokkenen. Wanneer er duidelijk geen toestemming, vrijwilligheid en/of gelijkwaardigheid is, spreken we van seksueel misbruik. 
  • Soms heb je niet genoeg informatie om alle criteria te beoordelen. Stel dan bijkomende vragen aan de betrokkenen. 
  • Is de situatie complex, of gebeurde er veel na elkaar? Stel dan een tijdslijn op. Zo kan je alle opeenvolgende gebeurtenissen analyseren en het gedrag stap per stap beoordelen. 
  • Het Sensoa Vlaggensysteem biedt een methode om van grensoverschrijdend gedrag naar gezond gedrag te evolueren. De methodiek is (ped)agogisch, in plaats van bestraffend. Daarom is het juridisch kader niet meegenomen in de beoordeling van de criteria. Ook eigen waarden- en normenkaders, zoals religieuze waarden, worden niet meegenomen in de beoordeling van de criteria en het toekennen van een vlag.
    Wil je meer weten over hoe je het Vlaggensysteem toch met de nodige cultuursensitiviteit kan toepassen in je organisatie? Neem een kijkje naar onze tips & tricks gids.
  • Als een persoon omwille van de verstandelijke beperking de situatie niet goed kan inschatten, niet beseft waar de grens ligt en zich niet (of maar gedeeltelijk) bewust is van de het grensoverschrijdende gedrag, werkt dat als verzachtende omstandigheid. Dan weeg je de intentie van de pleger af en speelt dat een rol. 
    Verder schat je alle criteria in, zoals bij personen zonder beperking. Bij herhaling schuift de vlag niet meteen op, omdat we kijken naar de mate waarin iets leerbaar is voor de persoon. Mensen met een verstandelijke beperking hebben, om goed te leren, zoveel mogelijk consequente en dezelfde reacties op hun gedrag nodig.  

Richtvragen per criterium als hulpmiddel 

Deze richtvragen helpen je om de 6 criteria in te schatten (pdf, 1,18 MB)  
Tip: print of download dit overzicht wanneer je stapsgewijs de criteria overloopt bij seksueel gedrag.