Van zodra je weet welke gekleurde vlag bij het gedrag hoort, kan je starten met de reactiewijzer. De reactiewijzer is een leidraad die structuur geeft aan je communicatie met alle betrokkenen.
Het doel van de reactiewijzer is om met de persoon die het gedrag stelde alternatieve manieren van omgaan met seksuele situaties te bespreken.
Hieronder overlopen we de verschillende richtlijnen hoe te handelen bij een groene, gele, rode en zwarte vlag.
Snel naar
Informatie verzamelen
Nadat je het seksueel gedrag hebt ingeschat, kan je reageren op grensoverschrijdend gedrag. Die inschatting doe je op basis van de criteria van het Sensoa Vlaggensysteem.
Misschien stel je vast dat je over onvoldoende informatie beschikt om het gedrag af te toetsen aan alle criteria. Probeer daarom eerst in kaart te brengen:
- Welke informatie je nodig hebt.
- Met wie er nog gepraat moet worden.
- Wie de gesprekken zal voeren.
- Welke vragen je wil stellen.
Gedrag benoemen
Benoem wat je ziet of hoort. Dat is belangrijk omdat de betrokkenen zo woorden krijgen aangereikt om over het seksueel gedrag te praten. Zo laat je zien dat dit een onderwerp van discussie of gesprek kan zijn en maak je duidelijk over welk seksueel gedrag de betrokkenen praten.
Gedrag bevragen
Verken het perspectief van de betrokkenen vanuit een nieuwsgierige en open basishouding. Moedig hen aan om te delen wat zij denken over het seksueel gedrag. Vraag hierbij naar de gedachten, gevoelens, wensen en verlangens over de situatie.
Het is belangrijk dat de vragen niet veroordelend of verbiedend overkomen, maar dat de betrokkenen nadenken over wat hun gedrag oproept bij henzelf en de anderen. Benadruk daarom eerder verantwoordelijkheid dan schuld op een eerlijke manier. Als je empathisch denken wilt stimuleren, is het belangrijk dat je als begeleider duidelijk aangeeft wat het voor jou betekent als er een grens wordt overschreden en wat je daarbij voelt, wenst en denkt.
Gedrag bevestigen en uitleggen
Seksueel gedrag gaat vaak gepaard met schuld of gevoelens van schaamte en vernedering. Daarom is het meestal nodig om seksueel gedrag, gevoelens en gedachten te normaliseren. Het is vaak een opluchting voor personen om te horen dat een aantal aspecten van hun gedrag normaal en aanvaardbaar zijn.
Ook bij seksueel grensoverschrijdend gedrag is het goed om normale en aanvaardbare aspecten te duiden, zoals nieuwsgierigheid, opwinding,... Het toelichten van de criteria waarom ze oké zijn of niet kan voor alle vlaggen zinvol zijn, ook bij een groene vlag.
‘Gedrag benoemen’, ‘gedrag bevragen’ en ‘gedrag bevestigen en uitleggen’ zijn stappen die je doorloopt bij elke kleur van vlag. Als het seksueel gedrag een groene vlag krijgt, hoef je niet te reageren of kan je na deze drie stappen stoppen met reageren. Bij een andere kleur van vlag, doorloop je ook onderstaande stappen.
Begrenzen en uitleggen
Geef uitleg over welk deel van het seksueel gedrag niet oké is volgens de criteria van het Sensoa Vlaggensysteem en waarom. Trek hierbij een duidelijke grens zonder veroordelend te zijn.
Bij seksueel gedrag dat een gele vlag kreeg:
- Bekijk op welke manier het gedrag aangepast of afgeleid kan worden zodat het wel oké is (groene vlag). Het kan bijvoorbeeld zijn dat het gedrag wel kan in een andere context.
Bij seksueel gedrag dat een rode of zwarte vlag kreeg:
- Stop het gedrag onmiddellijk.
- Confronteer de betrokkenen met het gedrag en verbied het. Veroordeel niet en bespreek met empathie en inzicht over het gedrag, zodat de betrokkenen kunnen leren.
- Verbied geen gedrag zonder uitleg of zonder de voorafgaande stappen te volgen. Zo vermijd je dat de betrokkenen je niet meer in vertrouwen nemen, in het geheim zullen handelen en hun gedrag zullen verbergen.
Maak afspraken
Overleg met de betrokkenen hoe ze hun gedrag kunnen veranderen en wat daarvoor nodig is. De betrokkenen kunnen zelf oplossingen voorstellen en helpen met keuzes maken.
Gevolgen uitleggen en uitvoeren
Geef aan wat de gevolgen zijn als het seksueel grensoverschrijdend gedrag blijft aanhouden:
- Leg uit wat de negatieve gevolgen voor de betrokkenen en de omgeving zijn.
- Bespreek alternatief gedrag en benadruk de voordelen hiervan voor de betrokkenen en de omgeving.
Bespreek met de betrokkenen of ze in staat zijn om zelfstandig te veranderen, en of er begeleiding en toezicht nodig is.
Verschillende gevolgen kunnen zijn:
Toezicht verhogen
Je verhoogt het toezicht om vervolg of bevestiging van het probleemgedrag te vermijden en om te voorkomen dat anderen slachtoffer worden.
Je analyseert het probleemgedrag en zoekt naar een gepaste pedagogische en hulpverlenende tussenkomst.
Maatregelen nemen
Bij (extreem) schadelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag (rode en / of zwarte vlag), kan het nodig zijn om vrijheidsbeperkende (tucht)maatregelen op te leggen, om te voorkomen dat betrokkenen andere personen of zichzelf tot slachtoffer maken.
Je gaat er hier van uit dat dit gedrag zich kan herhalen en een gevaar kan betekenen of dat de competenties niet goed zitten en er niet voldoende zelfstandigheid is om het gedrag aan te passen. Het is ook mogelijk dat de aanpak niet aangepast is aan de mogelijkheden van de betrokkenen en het leereffect te klein is. In dat geval zullen externe controle en maatregelen nodig zijn.
Interne of externe hulp aanbieden
Hulp bieden aan een persoon is soms nodig:
- Om stil te staan bij drijfveren en gewoontepatronen.
- Om na te denken over de impact van de gebeurtenissen.
- Om te werken aan het grensoverschrijdend gedrag met psychologische hulp.
- Omdat er nood is aan informatie of herhaling van adviezen en richtlijnen. Je kan dan afspraken maken om later verder te praten met een begeleider of hulpverlener. Gebruik hiervoor de principes van de gespreksmethode Onder 4 Ogen.
- Leg uit waarom je een topic ter sprake brengt en vraag toelating om hierover te praten.
- Help de betrokkenen om zelf te vertellen welke zorgen, ideeën en verwachtingen er zijn.
- Vat samen wat de betrokkenen vertellen.
- Voorzie informatie, opvolging of verwijs door.
Bij bemiddeling biedt je slachtoffers, plegers en andere betrokkenen de kans om in een vertrouwelijke sfeer met anderen in gesprek te gaan. Een onpartijdig bemiddelaar schept veiligheid om te spreken over de feiten en de gevolgen ervan.
Bespreek in de organisatie:
- Wie voorziet de interne hulp?
- Wie moet op de hoogte gebracht worden van dit intern hulpverleningstraject?
- Hoe wordt het intern hulpverleningstraject opgevolgd?
Als er intern onvoldoende hulp is, is doorverwijzing naar externe diensten belangrijk. Bekijk vooraf welke mogelijkheden er zijn voor de betrokkenen en verwijs gericht door. Leg uit wat hulpverlening kan inhouden (bijvoorbeeld individuele gesprekken met een psycholoog, een Centrum voor Leerlingenbegeleiding, groepstherapie, zelfhulpgroepen, …)
Het kan voor de betrokkenen een drempel zijn om zelf hulp te zoeken. Je kan hen bijvoorbeeld helpen om samen een afspraak te maken voor hulpverlening of om mee te gaan naar de eerste afspraak.
Hulpverlening werkt niet altijd als het wordt opgedrongen. Niet iedereen heeft nood aan verdere begeleiding op dat specifieke moment. Maak duidelijk dat ze op een later moment, wanneer ze wel de nood voelen, steeds bij jou terecht kunnen.
Bespreek in de organisatie:
- Wie voorziet doorverwijzing?
- Wie moet op de hoogte gebracht worden van deze doorverwijzing?
- Hoe wordt de externe doorverwijzing opgevolgd?
Bij feiten van seksueel grensoverschrijdend gedrag kan er strafrechtelijk opgetreden worden. Dat is nodig om de maatschappij te beschermen tegen strafbaar seksueel gedrag. Er zijn verschillende mogelijkheden om een strafrechtelijke procedure op te starten.
Bespreek in de organisatie:
- Wie voorziet doorverwijzing?
- Wie moet op de hoogte gebracht worden van deze doorverwijzing?
- Hoe wordt de externe doorverwijzing opgevolgd?
Rapportage
Interne rapportage is belangrijk bij een rode en zwarte vlag. Voor een doorverwijzing naar externe hulp is een heldere beschrijving van het seksueel gedrag van alle betrokkenen nodig. Noteer de verschillende stappen die gezet zijn in de aanpak worden genoteerd. Voor de interne werking kunnen deze gegevens ook worden bijgehouden in een individueel intern document. Zo krijg je als organisatie zicht op het aantal gerapporteerde incidenten. Dit zijn belangrijke aanknopingspunten in je beleid ter preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Nazorg en herstel
Gevoelens van onveiligheid of onrechtvaardigheid kunnen soms lang aanslepen en personen kunnen negatieve gevolgen ervaren. Na een incident is het dus belangrijk dat je aandacht hebt voor de beleving en de gevolgen voor alle betrokkenen.
Als je als organisatie de nazorg goed organiseert, verlaag je de kans op herhaling van hetzelfde soort incidenten. Ook de openheid over hoe het incident wordt opgevolgd, vergroot het gevoel van veiligheid en vertrouwen in de organisatie.
Denk tot slot ook na over herstel. Welke acties kan je ondernemen zodat de betrokkenen binnen de organisatie terug kunnen samenleven, samenwonen of werken?
Bekijk of er nood is aan hulpverlening. Breng in kaart welke hulpverlening er mogelijk is binnen jouw regio en hoe je deze kan inschakelen.
Als de gewone reactiewijze niet volstaat
Het is mogelijk dat de reactiewijze van het Sensoa Vlaggensysteem niet volstaat omdat ze mondeling worden uitgelegd en er inzicht en empathie bij de betrokkenen moet zijn. De betrokkenen moeten inzien waarom het gedrag dat ze stellen niet gepast is en leren rekening houden met de gevoelens en reacties van anderen.
Voor een groep van kinderen en jongeren kan dat problematisch zijn. Vooral jongere kinderen en personen met een laag niveau van cognitieve- en taalontwikkeling begrijpen niet altijd wat de reactie inhoudt.
Ook een zeer jong niveau van emotionele ontwikkeling en het bijbehorende gebrek aan empathie kan het begrijpen van de reactiewijze moeilijk maken. Hier kan je ingrijpen in de context. Probeer de factoren die het gedrag uitlokken of in stand houden, zoveel mogelijk uit te schakelen.
Opvolging op lange termijn
Van zodra er maatregelen worden genomen na een incident, is het belangrijk om als organisatie deze op lange termijn grondig op te volgen. Een goede registratie van de genomen stappen is nuttig voor je rapportage, maar kan ook leerrijk zijn om als organisatie met toekomstige incidenten om te gaan. Zo kan je bovenstaande reactiewijzer in een handelingsprotocol gieten en geregeld aanvullen.
Inspiratie nodig? Deze voorbeelden helpen je om zelf een handelingsprotocol op maat van jouw organisatie te maken.
Trek na elk incident conclusies uit de genomen aanpak. Richtvragen die je hierbij kan stellen zijn:
- Wat is goed verlopen en wil je bij andere incidenten ook toepassen?
- Wat kon er beter?
- Wat kan je als professional hieruit leren?
- Wat leer je als organisatie uit dit incident en de opvolging ervan?
Neem deze conclusies mee in je beleid ter preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Grenswijs.be helpt je zo’n beleid uitwerken.